De feestagenda van Willem Blijdenstein, 1858-1862

In de zomer van 1858 kreeg de 17-jarige Herman Gijsbert Blijdenstein J.B.zn (1841-1906) een rood leren portefeuille met bloknoot kado. Hij stond op het punt te vertrekken naar Hannover, waar hij ging studeren aan de Polytechnische Schule. Over zijn schoolwerk is op het papier weinig te lezen, maar des te meer over alle feestjes en uitstapjes die hij met zijn Enschedese vrienden ondernam!
Als eerste bracht hij verslag uit van een feestje op het Amelink. Met zijn vrienden Jan Scholten (1839-1901), Herbert Stroink (1838-1891), Helmich A. van Heek (1840-1917) en gelijknamige neef Herman G. Blijdenstein H.G.zn (1840-1889) was hij van de partij. Zij zullen clubgenoten zijn geweest. Voor het feest werden ook dames meegevraagd, die in de aantekeningen als ‘juffers’ worden aangeduid. Herman hield nauwkeurig bij wie met wie naar welk feest ging. En dat wisselde regelmatig, al rouleren de meeste namen wel. Op het Amelink verschenen op 25 augustus 1858 de volgende koppels:
“J. Scholten en H. Blijdenstein
Ht. Stroink en J. Jannink
H.A. van Heek en H. ter Kuile
H.G. Blijdenstein H.G.zn en J. ter Kuile
H.G. Blijdenstein J.B.zn en T. Blenken”
Herman had “zeer veel pleizier gehad”. Dit was voorlopig zijn laatste feestje in Enschede, want op 20 september 1858 vertrokken Herman Blijdenstein, zijn broers Beij en Jan en Helmig van Heek naar Hannover. De financiën werden door Herman goed bijgehouden; zo kreeg hij van huis uit 115 Thaler mee en noteerde hij wanneer dat geld werd aangevuld. Ook de kosten per feestje werden keurig opgetekend. Voor de kerst-, paas- en zomervakanties keerden de Enschedese studenten standaard terug naar huis. Want hoewel hij ook leuke uitstapjes maakte in Duitsland (zoals naar Hamburg, Porta Westphalia, de Wittekindsberg, Minden en Brunswijk), vonden de leukste feestjes schijnbaar toch in Enschede plaats!
Op 28 december 1858 vond zijn ‘tweede partij’ plaats, ditmaal op De Welle. Zijn juffer was Rika Udink ten Cate. Hij verklaarde “niet veel pleizier gehad [te hebben], dewijl het geen mooi weer was en om andere redenen.” Jan Scholten en Helmig A. van Heek ontbraken op dat feest, want zij hadden resp. Hermina en Ju ter Kuile gevraagd, “maar de principes van oom Gijs [ter Kuile] en zijne vrouw veroorloofden niet dat Ju en Hermina meegingen. J.S. en H.v.H. zijn van verdriet een dag of vier op reis gegaan naar Winterswijk, Lochem en Goor.” Uiteindelijk zou de liefde alsnog zegevieren, want Helmig van Heek trouwde 6,5 jaar later alsnog met Ju ter Kuile.
Over het uitvragen van de juffers moet men niet te zwaar hebben gedacht, want de koppels wisselden zeer regelmatig. Zelfs op het feest werden de juffers soms nog gewisseld. Herman had tweemaal pech, bijvoorbeeld op 27 juli 1859 had zijn nicht Hermina Blijdenstein, die hij had meegevraagd, “een krentenbaard, waardoor het kusje gevaarlijk werd”, en in februari 1861 was zijn juffer “Jet ter Kuile zeer heesch geweest en [had] dus niet veel gezegd.”
Wanneer men de lijstjes ziet, begrijpt men wel waarom er zoveel huwelijken tussen fabrikantenfamilies hebben plaatsgehad… In de agenda komen ook feestjes“ter felicitatie van” voor. Dit waren verlovingen. Ook de bruidstranen wilde men niet missen; zo keerde Helmig van Heek op 25 juni 1859 uit Hannover terug om de bruidstranen van zijn nicht Cato van Heek met Harmen Reerink bij te wonen. Tot Rheine konden de studenten uit Hannover met de trein reizen, daarna was men aangewezen op “Van Heekswagen” of de “tilbury” van de familie Blijdenstein. In Enschede snakte iedereen naar de aanleg van een spoorlijn; dat werd al jaren uitgesteld. Op Herman’s zesde partij, op 17 augustus 1860, was er extra reden tot feest: “Er is nog nooit eene partij geweest waar men zich algemeen zoo goed amusierd heeft. Dienzelfden avond vernamen wij het berigt van de aanneming der Van Hallsche spoorwegen door de Eerste Kamer; dit werkte ook nog zeer tot de vrolijkheid mede.” Gelukkig wisten zij toen niet dat het spoor alsnog zes jaar op zich zou laten wachten…
Verder is opvallend aan de feestagenda dat de feestjes vaak plaatsvonden op de buitens van de families, zoals het Amelink, de Welle, het Heutink en de koepel van dominee Ter Kuile in De Lutte. Maar ook vond jaarlijks een nieuwjaarsbal plaats in de Grote Sociëteit in de Langestraat. Ook later in het jaar vond af en toe een bal plaats, zoals in oktober 1860. Herman Blijdenstein, die met Jet Jannink act de présence gaf, maakte toen een opvallend kanttekening: “Pleizier gehad. Kosten fl. 5,40. De nieuwe rijken, die voor het eerst tegenwoordig waren, hinderden niet.” Herman was waarschijnlijk de moeilijkste niet. Naar aanleiding van een ander feest schreef hij: “De oudere heeren die het dien avond aan dames ontbrak liep ons soms in den weg, mijzelven echter niet.”
Terugkerend waren vooral de namen Blijdenstein, Ter Kuile, Van Heek, Stroink, Scholten en Kosters. Onder de dames vond men ook de zusjes Trui en Ju Blenken, Rika Udink ten Cate, Willemine Evers en Zina Storm van ‘s Gravesande. Opvallend was de verschijning van twee dames Cierenberg uit Zwolle. De jongens hadden overigens de grootste lol te speculeren wie met wie zou trouwen en daarvoor werd met flessen champagne gewed… (enkele voorbeelden:)
“De ondergeteekende wedt dat H.G. Blijdenstein J.B.z Hermina Blijdenstein tot vrouw krijgt, om een half anker champagne. Enschede, Paaschzondag 8 april 1860.
J. Scholten
En ik het tegendeel om hetzelfde.
H.G. Blijdenstein J.B.z
Enschede 8 april 1860”
“Cassel 12 junij 1859
Jan Scholten en Bert Stroink Jz geven 30 flesschen champagne wanneer H.J. Stroink en H.G. Blijdenstein J.B.z zwagers worden”
“Helmig van Heek geeft een kwart anker champagne wanneer hij een nicht van de beide Hermans Blijdenstein trouwt.”
en, van een andere categorie:
“Ik ondergeteekende wed dat H.A. van Heek geene wettige kinderen krijgen zal om een half anker beste wijn.
Van Heeksbleek, 7 september 1862
J. Scholten
En in het tegendeel om hetzelfde
Herbert Stroink Jr“
Een enkele keer maakte Herman melding van een vechtpartij, zoals in 1859 tussen Bram Ledeboer en Herman’s gelijknamige neef “over eenen zakdoek van Ju ter Kuile die T. Scholten’s juffer was.” Maar in verreweg de meeste gevallen waren de feestjes een groot plezier! In zulke gevallen kwam men vaak midden in de nacht thuis, zoals in 1861. “Zoo laat in huis gekomen (twee uur) dat sommige oude lieden er zich aan ergerden.”
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
- uiteindelijk trouwde Herman Blijdenstein J.B.zn in 1871 met ‘fris bloed’, namelijk Emma Ebeling uit Rotterdam. Wel was zij sinds een jaar een schoonzuster van Herman’s broer; Jan Blijdenstein trouwde namelijk in 1870 met Emma’s zuster Marie Ebeling. Zo voelde het waarschijnlijk toch nog vertrouwd…
- De Welle was eigendom van Herman’s grootvader Benjamin Willem Blijdenstein (1780-1857). Daar konden de huiswevers van de firma Blijdenstein & Co hun goed afleveren. Herman Blijdenstein, sinds het overlijden van zijn grootvader in 1857 de nieuwe eigenaar van De Welle, gebruikte het erf blijkens de agenda vooral voor feestjes en bouwde daarop een romantisch theehuisje. Dat theehuisje werd omstreeks 1948 afgebroken.
- voor de lezers van ‘Fortuna’s kinderen’ van Annejet van der Zijl een wellicht treffende vergelijking: op de Enschedese feestjes verschenen ook lichtgetinte dames, zoals Zina Storm van ‘s Gravesande. Haar vader Adolf Storm van ‘s Gravesande (1817-1893) was burgemeester van Lonneker en werd geboren in het huidige Brits-Guyana als zoon van een Nederlander en een ‘inheemse vrouw’. Uit zijn huwelijk met fabrikantendochter Juliana Johanna ten Cate (1817-1892) werden acht kinderen geboren, maar helaas vond geen van hen geluk in de liefde.
Geef een reactie