Het feest van ‘Ridder’ Van Heek en de magie van een luchtballon

Op zaterdag 14 juli 1888 was het groot feest in Enschede. Maar liefst 2000 mensen werden door de fabrikant Gerrit Jan van Heek (1837-1915) getrakteerd op een feest in het Volkspark, ter ere van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw – een jaar eerder toegekend. Het werd een feestelijke, zonovergoten dag, o.a. aangekleed met een grote optocht.

In het Archief Twentse Textielfamilies bevindt zich een opmerkelijk schrijven van zijn neef Helmich Ledeboer (1844-1912), die het idee opperde om tijdens dit feest een luchtballon te laten opstijgen. ‘Dit is nog wel een algemeen vermaak. Zal ik eens hooren wat de aeronauten vragen voor eene opstijging?’, schreef Helmich op 4 juli vanuit Amsterdam aan zijn broer Bram in Enschede.i Dit document leidde tot interessante bevindingen over de avontuurlijke negentiende-eeuwse ballonvaart én over het feest in Enschede.

Avontuurlijke luchtvaartgeschiedenis

De luchtballon was in de negentiende eeuw een fascinerend fenomeen. In 1804, ter gelegenheid van de kroning van Napoleon, werd bijvoorbeeld een ballon opgelaten met daaraan een kroon van maar liefst 3.000 gekleurde glazen. De ballon maakte – volgens het verhaal – later een tijdelijke landing bij het graf van Nero, niet ver van Rome, en strandde uiteindelijk tegen een rotswand.ii

Fictieve animatie van een vliegende Le Géant over een glooiend landschap
(DeeVid AI, 2025)

Een ander memorabel moment vond plaats in 1863, toen de beroemde aeronaut Nadar in Parijs zijn kolossale luchtballon Le Géant liet opstijgen. Tijdens deze tweede poging werd hij uitgezwaaid door niemand minder dan de Franse keizer en de 17-jarige Griekse koning Georg I, die was begonnen met zijn grote kennismakingsreis door Europa. Gestuwd door een noorderwind werd Le Géant de volgende ochtend waargenomen op circa 100 voet hoogte boven onder meer Winterswijk, Vreden, Buurse en Enschede.iii Uit de grote cabine zwaaiden de luchtreizigers met doeken. Een metselaar uit het pas uit het as herrezen Enschede meende zelfs dat hem vanuit de lucht werd gevraagd waar men zich bevond.iv De ballon kwam uiteindelijk ruw neer in de buurt van Hannover. Nadar en zijn echtgenote raakten gewond, maar overleefden de landing dankzij een medereiziger die met een bijl de ballon open hakte om verstikking door het gas te voorkomen.v De ballonvaarten inspireerde Jules Verne voor het schrijven van het boek Cinq semaines en ballon (1863), dat hij opdroeg aan zijn goede vriend Nadar.

Ook Helmich Ledeboer beschouwde het opstijgen van een luchtballon in 1888 nog steeds als een ‘algemeen vermaak’. Zulke evenementen trokken veel bekijks, zoals een jaar eerder in Amsterdam, toen Hendrik Louis zijn reuzenballon Prinses Wilhelmina de lucht in stuurde. Mogelijk was Helmich, die op dat moment in Amsterdam woonde, daar ook bij aanwezig. Als 6-jarige was Helmich mogelijk getuige van een luchtballon die in de zomer van 1850 in Rijssen opsteeg – een plaats waar de Ledeboers en Van Heeks tijdens de schoolvakanties soms logeerden bij de bevriende familie Ter Horst.vi

Naast hun spectaculaire karakter was het gebruik van een luchtballon allerminst zonder risico’s. Zo verdween de Britse parlementariër Powell in 1881 spoorloos na een noodlanding in zee, en werd in januari 1888 in Kentucky een gestrande ballon aangetroffen met een overleden bemanningslid, die gestorven was aan ‘gebrek en koude’.vii In Nijmegen gooide een aeronaut stenen in plaats van zand uit zijn mand, wat resulteerde in een beschadigd dak en een gewonde dienstbode. De burgemeester verbood daar voortaan het gebruik van stenen als ballast.viii

Dit laatste voorval vond plaats in juli 1888, nagenoeg gelijktijdig met het feest in Enschede. Toch werd daar uiteindelijk om onbekende redenen geen luchtballon ingezet, zoals het plan was van neef Helmich Ledeboer. Pas in het najaar van 1897 was er opnieuw in het Volkspark een luchtballon te zien, ditmaal gesponsord door de Enschedese Bierbrouwerij, die aan het tuig een grote bierfles bevestigde. Een miniatuurparachute moest vervolgens in de lucht worden uitgeworpen, waarmee de vinder een gratis vat bier zou kunnen bemachtigen.ix Vanwege het weer werd de vaart – en reclamestunt – echter afgelast. Ook een maand later liep de poging op niets uit. De woedende menigte wierp toen stenen naar de deels met gas gevulde ballon en dreigde de aeronaut ‘een flink pak slaag toe te dienen’ – wat door politieoptreden kon worden voorkomen.x

Het feest van ‘Ridder’ Gerrit Jan van Heek

Uitsnede van een foto waarop Gerrit Jan van Heek staat afgebeeld met zijn ridderkruis in de orde van de Nederlandse Leeuw, 1889. Hij wordt omringd door zijn echtgenote en kinderschaar.
(Archief Twentse Textielfamilies, Enschede; familiearchief Van Heek, inv.nr. 128)

‘Ik vind het prachtig van oom Jan’, schreef Helmich Ledeboer op 21 oktober 1887 aan zijn broer Bram. ‘Hij verdiend de onderscheiding zoo geheel en al. Iedereen die men er over hoort is er mee in schik.’xi De benoeming van Gerrit Jan van Heek tot Ridder viel samen met de feestelijke opening van het nieuwe gebouw van de Nederlandse School voor Nijverheid en Handel in Enschede, waarvoor ook minister Heemskerk (Binnenlandse Zaken) was afgereisd. Tijdens het diner deelde hij namens de koning de benoeming in de hoge ridderorde mede.

De indruk, door deze woorden teweeggebracht, was groot. Allen stonden op en verdrongen zich met het glas in de hand rondom den heer Van Heek. Ieder wilde hem persoonlijk geluk wenschen. (…)

De heer Van Heek vroeg dadelijk het woord om dank te zeggen voor de eer, hem bewezen. Hij had die niet verdiend, daar hij niet meer had gedaan dan hij moest doen. Zijnerzijds wilde hij hulde brengen aan iemand die het wel verdiende, aan iemand die altijd tegenwoordig is waar het belang der provincie het eischte, op wien men altijd kon rekenen: den Commissaris des Konings, den heer Geertsema. (…)

En met het: Leve Geertsema! waarmede hij eindigde, werd algemeen en van harte ingestemd.xii

De bescheiden fabrikant kondigde vervolgens aan zijn personeel een zomerfeest te willen aanbieden. Op 2 juli 1888 werd besloten dit te houden op zaterdag 14 juli e.k. in het Volkspark.xiii In korte tijd vormden zich commissies uit het personeel, onder meer voor ‘Consumable’ (eten en drinken) en ‘Volksspelen’, waarin ook neef Bernard Ledeboer (een broer van voornoemde Helmich en Bram) en Van Heeks zonen Hennie en Helmich zitting namen.xiv

De feestdag bleek een stralende zomerdag te zijn. Voorafgaand aan het door Van Heek georganiseerde feest trok een indrukwekkende optocht door het centrum van Enschede en de arbeiderswijken De Krim en De Belt, die eindigde in het Volkspark. Langs de route stonden duizenden toeschouwers en uit de meeste huizen wapperde feestelijk de Nederlandse driekleur.

De stoet bestond uit werknemers die per fabriek voorbijtrokken; serieuze groepen werden afgewisseld met ludieke en theatrale voorstellingen. Enkele daarvan zouden in de 21ste eeuw beslist gefronste wenkbrauwen en terechte kritiek opgeroepen hebben. Zo werden vier zogenaamde Marokkanen ten tonele gevoerd, onder aanvoering van de ‘menscheneter Floris Hein’, evenals twee straatrovers uit Sicilië, en twee Turkse politieagenten, die volgens het schouwspel ‘werk zochten in Enschede’.xv Onbewust werd hier vooruitgeblikt op latere arbeidsmigratie, al zal men zich dat destijds niet hebben gerealiseerd.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 16 juli 1888

Naast dit exotisme waren er ook meer onschuldige en humoristische figuren, zoals ‘Jaan en Grete met hun zuigeling uit het Aamsveen’, die zich tussen de stoet hadden gemengd en zich schuldig maakten aan brutale diefstallen. Even vermakelijk was het tafereel van ‘Loeks Getjaan en Swen oet Ottensteen’, die met een met een os bespannen kar op weg naar de stad waren.xvi

Sommige onderdelen van de optocht hadden een historisch of symbolisch karakter. Zo werd hulde gebracht aan Herman van Lochem (1695-1782) als grondlegger van de Enschedese textielnijverheid (en betovergrootvader van Gerrit Jan van Heek). Ook verscheen koning Hendrik VIII ten tonele, vergezeld van Indiase lakeien – verwijzend naar de jongste uitbreiding van Van Heek & Co: de weverij Nieuw-Engeland.xvii

De uitgebreide familie Van Heek bekeek het bonte schouwspel vanaf de veranda van de grote zaal in het Volkspark, waar zij zich hadden opgesteld. Ook Helmich Ledeboer en andere verwanten waren speciaal voor het feest naar Enschede afgereisd.xviii xix In het park werd Gerrit Jan van Heek door verschillende deelnemers aan de optocht toegesproken en toegezongen, waarbij ook zijn echtgenote Christine van Heek-Meier niet werd vergeten.

Bijzonder was de hulde van fabrieksarbeider Laclaverie, die tevens sprak over de nagedachtenis van Gerrit Jans oudere broer Hendrik Jan van Heek (1814-1872), wiens legaat het stichten van het Volkspark mogelijk had gemaakt. Ook de toespraak van Herman Lunter maakte indruk op Van Heek, die wees op de goede verstandhouding tussen patroon en arbeider.’xx

De grootste verrassing kwam van Hendrik Zeggelt, een van de oudste gedienden van de fabriek. Hij richtte zich in zijn toespraak tot Van Heek:

Of nu de adel van den Ned. Leeuw u door den Koning verleend, of wel die, welke u door uwe arbeiders op de borst gehecht wordt, de meeste reden geeft om er trotsch op te zijn, wil ik niet beslissen, maar wij arbeiders kennen onzen patroon te wel, om niet overtuigd te zijn, dat hij fier zal wezen op het eereblijk, hem door zijne arbeiders aangeboden en dat nog aan zijne nakomelingen getuigen zal, hoe hoog hij bij zijne arbeiders stond aangeschreven.
Uwe vereenigde arbeiders bieden u bij dezen aan: een tweede exemplaar van het door Z.M. Den Koning aan u verleende kruis van den Nederl. Leeuw.xxi

Aan het einde van het defilé bedankte oudste zoon Bernard van Heek (1863-1923) alle werklieden voor ‘de eer zijnen vader bewezen’ en opende hij het feest voor de circa 2000 aanwezigen in het Volkspark. Er waren gratis bier, koffie, koek, broodjes met ham en sigaren, terwijl twee muziekkorpsen voor vrolijke opluistering zorgden en de volksspelen – met prijzen – het vermaak compleet maakten. ’s Avonds werd het feest besloten met groots vuurwerk. Rond half elf kwam het evenement in het Volkspark ten einde. Volgens een tijdgenoot: ‘Hoewel verscheidenen het feest nog wel iets zouden hebben willen rekken, toch waren allen tegen 11 uur op de Markt, onderweg verrast wordende door eene Bengaalsche verlichting die van den toren werd ontstoken.’xxii

Niet iedereen liet zich meeslepen in het feestgedruis

Vanuit socialistische hoek klonk scherpe kritiek op het zomerfeest, dat volgens hen al ‘vele malen met het bloedgeld der arbeiders was betaald’. Een van de voormannen, Jan van Amerongen, verspreidde enkele dagen vóór het feest kritische vlugschriften in de fabrieken. Dat had weinig effect, maar werd hem evenmin in dank afgenomen. Op last van burgemeester Tjeerd van der Zee werd Van Amerongen aangehouden door de politie en vervolgens persoonlijk ondervraagd door de burgemeester.xxiii

Hoewel het feest door het overgrote deel van de Enschedese bevolking in grote gemoedelijkheid werd gevierd, markeerde het ook het einde van een betrekkelijk harmonieuze periode tussen fabriekseigenaren en arbeiders. Niet lang na het feest groeide de maatschappelijke spanning door arbeidsconflicten. Arbeiders gingen zich steeds vaker verenigen in arbeidersbewegingen, terwijl de industriëlen zich organiseerden in een fabrikantenvereniging. Herman Lunter voelde die spanning waarschijnlijk al aan toen hij op het feest de volgende woorden richtte tot Christine van Heek-Meier: ‘Wijs als moeder uwe kinderen steeds op de borst huns vaders en prent dit in de harten van uw kroost, dat noch stand, noch geboorte, maar ar beid en liefde alleen hem hebben geadeld.’xxiv De tegenstellingen werden in de loop der jaren helaas scherper en de toon grimmiger. Voor Gerrit Jan van Heek moet het dan ook een feest zijn geweest waarop hij op latere leeftijd met een zekere weemoed zal hebben teruggekeken.


iArchief Twentse Textielfamilies, Enschede; familiearchief Ledeboer, inv.nr. 197, brief van H. Ledeboer aan zijn broer A. Ledeboer, 4 juli 1888.

iiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 24 juni 1845.

iiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 26 oktober 1863.

ivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 26 oktober 1863.

vZutphensche Courant, 24 oktober 1863.

viTwentsche Courant, 1 juni 1850.

viiVlaardingsche Courant, 21 januari 1888.

viiiVlaardingsche Courant, 18 juli 1888.

ixNieuwe Hengeloosche Courant, 2 oktober 1897.

xTwentsche Courant, 3 november 1897.

xiArchief Twentse Textielfamilies, Enschede; familiearchief Ledeboer, inv.nr. 318, brief van H. Ledeboer aan zijn broer A. Ledeboer, 21 oktober 1887.

xiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 18 oktober 1887.

xiiiHet Nieuws van den Dag, 2 juli 1888.

xivTubantia, 21 juli 1888.

xvTubantia, 21 juli 1888.

xviTubantia, 21 juli 1888.

xviiTubantia, 21 juli 1888.

xviiiArchief Twentse Textielfamilies, Enschede; familiearchief Ledeboer, inv.nr. 197, brief van H. Ledeboer aan zijn broer A. Ledeboer, 10 juli 1888.

xixArchief Twentse Textielfamilies, Enschede; familiearchief Ledeboer, inv.nr. 213, briefkaart van M.G. Jannink-Ledeboer aan haar broer A. Ledeboer, 17 juli 1888.

xxTubantia, 21 juli 1888.

xxiTubantia, 21 juli 1888.

xxiiTubantia, 21 juli 1888.

xxiiiRecht voor Allen, 20 juli 1888.

xxivTubantia, 21 juli 1888.

4 reacties op “Het feest van ‘Ridder’ Van Heek en de magie van een luchtballon

  1. Mooie verhalen Derk. Leuk dat je die historische momenten zo levendig weet te beschrijven en voor iedereen op je site kunnen lezen.

  2. mooie terugblik in de geschiedenis van Twente en Enschede , stof kondigd zich al een beetje aan , ook dat was dankzij de reisopera een mooie terugblik , blijft een mooie regio , proud to be a Tukker

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*