‘Huwelijk en misleiding: de ontrafeling van een 19e-eeuwse fraudezaak’

‘Gezicht op het slot van Bentheim’, vervaardigd door Bertha Jordaan-van Heek (1876-1960)
(Archief Twentse Textielfamilies, Enschede: Familiearchief Jannink, inv.nr. 6226)

In het vorige artikel lazen we dat Hendrik van Heek (1814-1872) in het jaar 1850 samen met zijn zusters Bertha en Trui en jongste broer Jan naar het schilderachtige stadje Bentheim reisde. In Bentheim werden zij verwelkomd door familieleden, waaronder hun oom Philipp Meier en ongehuwde tante Koosje van Heek. Hendrik ter Kuile, een weduwnaar uit Enschede, had ooit Koosje’s hand gevraagd, maar trok zijn aanzoek resoluut terug nadat hij hoorde dat ze tijdens een dameskransje had gezegd dat men nooit zoveel van stiefkinderen kon houden als van eigen kinderen. Voor Koosje bleef het bij dit ene aanzoek, terwijl veel andere Twentenaren wel liefdesgeluk vonden in Bentheim, vooral tijdens de feesten in het Kurhaus die tot in de twintigste eeuw populair waren. In 1876 verloor Hendrik’s neefje, de 33-jarige Bram Ledeboer, zijn hart aan de 25-jarige Christine Nordbeck, dochter van een Bentheimse hoogwaardigheidsbekleder en familielid van voornoemde Philipp Meier en diens vroeg overleden echtgenote Gerharda van Heek. Hun huwelijk vond plaats op 20 april 1876 in Bentheim, dat sinds een jaar of tien per spoor makkelijker bereikbaar was geworden. Conform de traditie verlieten Bram en Christine voortijdig het feest om hun huwelijksreis te beginnen…

Waarde Bram & Christine,
Al is het ook maar een paar woorden zoo willen we u toch schrijven om u een beetje op de hoogte te houden.
De bruiloft is perfect afgeloopen. De tafel werd na uw vertrek al spoedig opgeheven, vooral toen het Enschedesche contingent vertrokken was. Hier & daar bleven nog een dozijn naplakkers zitten aan de groote tafel & in de kleine zaal werd druk gedanst. Tegen 12 uur echter begonnen ons de dames te verlaten & tegen half 2 waren Fritz & ik de eenigen die overgebleven waren & ons zum Schlusz nog van een stuk kaas te goed deden, want ik verzeker u, wij hadden weer honger gekregen door al dat dansen. Er waren natuurlijk wel eenige slachtoffers, doch over ’t algemeen is het zeer goed afgeloopen. (…)

Nu dan Good bye! Morgen sturen we u wel weer eene briefkaart.
Uw u liefhebbende broeder,
Arnold”i

In deze brief bracht de 30-jarige broer van Bram het echtpaar op de hoogte van de gebeurtenissen na hun vertrek van de bruiloft. Er zouden nog vele brieven volgen, waarin het koppel werd bijgepraat over het wel en wee van familie en vrienden in Twente. Ook Bram en Christine zonden vanuit hun vakantieoorden regelmatig brieven naar het thuisfront, die door zijn moeder na lezing werden doorgestuurd naar de andere nieuwsgierige familieleden. De weduwe Mietje Ledeboer-van Heek was ook begonnen met het op orde brengen van haar buitenhuis op ’t Wageler, zodat zij daar haar zoon en schoondochter na hun huwelijksreis zou kunnen ontvangen.iii Tijdens de huwelijksreis was een begin gemaakt met de verbouwing van Bram’s woonhuis aan de Kalenderstraat, maar het zou nog maar de vraag zijn of die werkzaamheden voor hun terugkomst gereed zouden zijn.ii In Nederland was het weer guur, maar het reislustige echtpaar trof gelukkig beter weer in het zonnige zuiden van Europa.

Christine Ledeboer-Nordbeck (1851-1879)
(Archief Twentse Textielfamilies)

Op 4 mei 1876 schreef Christine vanuit Genua aan haar schoonmoeder over hun reisavontuur van Verona naar Venetië. Zij hadden een Duitse man ontmoet, met wie zij zich tijdens de reis goed amuseerden. Zij speelden op dat moment met het idee om hun terugreis te veranderen en later via Wenen, Dresden en Berlijn terug naar huis te reizen. De overweging om hun terugreis te veranderen hadden Christine en Bram in een eerdere brief kenbaar gemaakt aan zijn moeder in Enschede. In Italië zeiden Christine en Bram hun reisgenoot gedag en vervolgden hun reis naar Genua.

Op 4 mei ontving Herman van Heek, de oudste firmant van de firma Van Heek & Co in Enschede, een telegram uit Wenen van zijn neefje Bram:

Van Heek, Enschede, Holland
Reise geändert, Dresden, Berlin zurück, bitte umgekerd pr Drath 200 Gulden Hotel Donau, besten grusz”

De 59-jarige Herman was argwanend. De uitdrukking ‘pr Drath’ kwam hem vreemd voor, en het verbaasde hem dat Bram niet rechtstreeks om geld had gevraagd bij het bankiershuis Gustav Ullrich & Co, waarmee hij immers goed bekend was. Echter, door de aangekondigde routeverandering via Wenen, besloot hij toch het bericht te vertrouwen en verzond een telegram aan Ullrich met de instructie om 400 Reichsmark beschikbaar te stellen voor Bram. De situatie nam een wending toen Herman een brief van Christine in handen kreeg, gedateerd dezelfde dag als het telegram, maar verzonden uit Genua! Dit onthulde dat er sprake was van fraude. Onmiddellijk informeerde Herman het bankiershuis in Wenen en verzocht hen om de zaak voor te leggen bij de politie. Hij droeg Bram ook op om details te verstrekken over hun recente reisgenoot, “want het blijkt meer en meer dat gij in het gezelschap van een uitgeleerde Schuft gereisd hebt’, aldus Herman in een brief aan Bram op 8 mei 1876.iv Op dat moment verbleven Bram en Christine inmiddels in het prestigieuze Grand Hotel Bellagio aan het Comomeer, dat tegenwoordig bekend staat als Grand Hotel Villa Serbelloni.

Over deze fraudezaak is niet alleen informatie te vinden in het Archief Twentse Textielfamilies, maar het trok ook brede aandacht in zowel Nederlandse als Oostenrijkse kranten. Uit de verslaggeving blijkt de identiteit van de oplichter, namelijk Eugen Friedrich Beckmann, een voortvluchtige kantoorbediende uit Mannheim tegen wie al eerder een arrestatiebevel was uitgevaardigd. Hij liep tegen de lamp nadat hij aanvankelijk slechts 50 florijn had opgenomen bij het bankiershuis Ullrich en een paar dagen later probeerde nog eens 250 florijnen op te nemen. Tegen die tijd was het bankiershuis al op de hoogte gebracht van de fraude, wat leidde tot de arrestatie van Beckmann. Hij werd veroordeeld tot twee jaar tuchthuisstraf.v

Na deze tumultueuze gebeurtenissen reisden Bram en Christine via Münster terug naar Nederland. Hoewel Münster indruk op hen maakte, merkte Bram’s zus Mietje Jannink-Ledeboer uit Goor op: “Ik ben blij dat ge München ook al zoo mooi vind, ofschoon het naar al die mooije steden die ge in Italië gezien hebt wel een weinig zal verbleekt zijn.” Zij voegde toe: “Ge moet vooral zorgen voor mooije photographiën van de plaatsen die ge gezien hebt, ik vind die altijd zulke prettige herinneringen aan die pleizierige dagen, want zoo prettig en zonder zorg als op je huwelijksreis reist men nooit meer!”vi

Met dit verhaal pauzeren we onze verhalen op de Facebookpagina van het Archief Twentse Textielfamilies. In september komen we weer terug met nieuwe vondsten uit de archieven. In de tussentijd blijft het archief op afspraak te bezoeken. Wij wensen iedereen een prachtig voorjaar en een ontspannen zomer toe. En voor de reizigers onder ons: blijf waakzaam 😉

  • Ter gelegenheid van zijn huwelijk organiseerde Bram Ledeboer op zaterdag 19 augustus 1876 een groots feest in het Volkspark, waarvoor alle ruim 500 werknemers van de firma Van Heek & Co waren uitgenodigd, samen met hun familieleden. ‘In optocht trokken zij door muziek begeleid naar het Volkspark, waar zij ruimschoots onthaald werden op bier, koffij, en broodjes met ham en kaas. Tevens hadden er verschillende volksvermaken plaats en alles liep in de beste orde af. Het geschikte terrein met zijne verschillende volksspelen, als ook het mooije weer bragt er veel toe bij om het feest in aller herinnering te doen blijven’.vii
  • Op zaterdag 2 mei wordt uitgebreid stil gestaan bij het 150-jarig jubileum van het Volkspark, dat tot stand kwam dankzij een legaat van Bram’s oom en voogd, Hendrik Jan van Heek (1814-1872). Ter gelegenheid daarvan is ook een boek verschenen, geschreven door Gerrit van Oosterom, getiteld ‘Het Volkspark; Biografie van het eerste volkspark van Nederland, Enschede’
  • ‘Van een bruiloft komt een bruiloft’, wordt gezegd. Dit gold ook voor de festiviteiten in Bentheim. In de negentiende eeuw traden maar liefst drie Meiers in het huwelijk met Van Heeks, waarvan het laatste huwelijk in 1869 plaatsvond tussen Bram’s oom Jan van Heek en Christine Meier, een volle nicht van Christine Nordbeck. Mogelijk hebben Bram en Christine elkaar ontmoet op een bruiloft in Bentheim, die op 27 juni 1874 plaatsvond toen Bram’s neef Herman Stroink trouwde met een nicht van Christine, Guste Meier. Op 23 september 1879 werd opnieuw een huwelijk in Bentheim voltrokken tussen een Enschedese fabrikant en een lokaal meisje, Jurrian Stroink en Wies Meier (een zus van voornoemde Christine en Guste).
  • Archief Twentse Textielfamilies, Enschede: Familiearchief Ledeboer, inventarisnummers 203, 213, 17, krantendatabase delpher en memoires Marie ter Kuile-van Heek. De tekening ‘Gezicht op het slot van Bentheim’, gemaakt door Bertha Jordaan-van Heek, is afkomstig uit ATT: Familiearchief Jannink, inv.nr. 6226.

iArchief Twentse Textielfamilies, Enschede: familiearchief Ledeboer, inv.nr. 203, LA00557, brief van Arnold Ledeboer aan zijn broer Bram, Enschede 22 april 1876

iiArchief Twentse Textielfamilies, Enschede: familiearchief Ledeboer, inv.nr. 217, LA00957, krantenadvertentie betreffende verbouwing woonhuis aan de Kalanderstraat, 1876

iiiArchief Twentse Textielfamilies, Enschede: familiearchief Ledeboer, inv.nr. 213, LA00600, brief van Mietje Jannink-Ledeboer aan haar broer Bram, Goor 11 mei 1676

ivArchief Twentse Textielfamilies, Enschede: familiearchief Ledeboer, inv.nr. 237, LA01242, brief van Herman van Heek aan Bram Ledeboer, Enschede 8 mei 1876

vBataviaasch Handelsblad, 14 december 1876

viArchief Twentse Textielfamilies, Enschede: familiearchief Ledeboer, inv.nr. 213, LA00600, brief van Mietje Jannink-Ledeboer aan haar broer Bram, Goor 11 mei 1676

viiTubantia, 19 augustus 1876


ENGLISH

“Marriage and Deception: Unraveling a 19th-Century Fraud Case”

“View of Bentheim Castle,” created by Bertha Jordaan-van Heek (1876-1960)
(Archief Twentse Textielfamilies, Enschede: Familiearchief Jannink, inv.nr. 6226)

In the previous article, we read that Hendrik van Heek (1814-1872) traveled to the picturesque town of Bentheim in 1850 with his sisters Bertha and Trui and his youngest brother Jan. In Bentheim, they were welcomed by relatives, including their uncle Philipp Meier and unmarried aunt Koosje van Heek. Hendrik ter Kuile, a widower from Enschede, had once asked for Koosje’s hand in marriage but withdrew his proposal after hearing that she had said at a ladies’ gathering that one could never love stepchildren as much as their own. For Koosje, this was the only proposal she would ever receive, while many other residents from Twente found love in Bentheim, especially during the popular Kurhaus festivities that remained well-loved into the twentieth century. In 1876, Hendrik’s nephew, 33-year-old Bram Ledeboer, lost his heart to 25-year-old Christine Nordbeck, the daughter of a prominent official in Bentheim and related to the aforementioned Philipp Meier and his early-deceased wife Gerharda van Heek. Their wedding took place on April 20, 1876, in Bentheim, which had become more easily accessible by rail for about ten years. Following tradition, Bram and Christine left the celebration early to begin their honeymoon…

“Dear Bram & Christine, Although it’s just a few words, we wanted to write to keep you a little bit informed. The wedding went perfectly. After your departure, the table was soon cleared, especially once the Enschede contingent had left. A dozen or so stragglers remained at the large table, and there was lively dancing in the small hall. By midnight, however, the ladies started to leave, and by half-past one, Fritz and I were the only ones left, indulging in a piece of cheese, as I assure you, we had gotten hungry again from all the dancing. Of course, there were a few casualties, but overall, it ended very well. (…) Now then, Goodbye! We will send you a postcard tomorrow.
Your loving brother,
Arnold”

In this letter, Bram’s 30-year-old brother informed the couple about the events that took place after they had left the wedding. Many more letters would follow, updating the couple on the well-being of family and friends in Twente. Bram and Christine also sent letters from their vacation spots to those back home, which his mother forwarded to other curious relatives after reading them. The widow Mietje Ledeboer-van Heek had also begun tidying up her country house at ‘t Wageler, so that she could welcome her son and daughter-in-law there after their honeymoon. During the honeymoon, renovations had begun on Bram’s residence on Kalenderstraat, but it was still uncertain whether the work would be completed before their return. In the Netherlands, the weather was bleak, but fortunately, the traveling couple enjoyed better weather in the sunny south of Europe.

On May 4, 1876, Christine wrote from Genoa to her mother-in-law about their travel adventures from Verona to Venice. They had met a German man with whom they had a good time during the trip. At that time, they were considering altering their return journey to later travel back home via Vienna, Dresden, and Berlin. Christine and Bram had already mentioned the possibility of changing their return journey in an earlier letter to his mother in Enschede. In Italy, Christine and Bram said goodbye to their travel companion and continued their journey to Genoa.

Christine Ledeboer-Nordbeck (1851-1879)
(Archief Twentse Textielfamilies)

On May 4, Herman van Heek, the oldest partner of the firm Van Heek & Co in Enschede, received a telegram from his nephew Bram from Vienna:

“Van Heek, Enschede, Holland:
Journey changed, Dresden, Berlin return, please send via wire 200 guilders Hotel Donau, best regards”

The 59-year-old Herman was suspicious. The phrase ‘via wire’ seemed strange to him, and he was surprised that Bram hadn’t directly requested money from the banking house Gustav Ullrich & Co, with which he was well acquainted. However, because of the announced route change via Vienna, he decided to trust the message and sent a telegram to Ullrich with instructions to make 400 Reichsmarks available for Bram. The situation took a turn when Herman received a letter from Christine, dated the same day as the telegram but sent from Genoa! This revealed that fraud was involved. Herman immediately informed the banking house in Vienna and requested that they involve the police. He also instructed Bram to provide details about their recent travel companion, “because it is becoming increasingly apparent that you have traveled in the company of a seasoned scoundrel,” Herman wrote to Bram in a letter on May 8, 1876. At that time, Bram and Christine were already staying at the prestigious Grand Hotel Bellagio on Lake Como, now known as Grand Hotel Villa Serbelloni.

Information about this fraud case can be found not only in the Archief Twentse Textielfamilies, but it also drew widespread attention in both Dutch and Austrian newspapers. The reports reveal the identity of the fraudster, Eugen Friedrich Beckmann, a fugitive clerk from Mannheim who had already had an arrest warrant issued against him. He was caught after initially withdrawing only 50 florins from the banking house Ullrich and then attempting to withdraw another 250 florins a few days later. By that time, the banking house had already been informed of the fraud, leading to Beckmann’s arrest. He was sentenced to two years in a penitentiary.

After these tumultuous events, Bram and Christine traveled back to the Netherlands via Münster. Although Münster left an impression on them, Bram’s sister Mietje Jannink-Ledeboer from Goor remarked, “I’m glad you find Munich so beautiful too, although it will have paled a bit compared to all those magnificent cities you saw in Italy.” She added, “You must especially make sure to get beautiful photographs of the places you have seen; I always find them such pleasant reminders of those joyful days, for one never travels as pleasantly and carefree as on one’s honeymoon!”

With this story, we will take a break from our stories on the Facebook page of the Archief Twentse Textielfamilies. We will return in September with new discoveries from the archives. In the meantime, the archive remains open by appointment. We wish everyone a wonderful spring and a relaxing summer. And for those of you traveling: stay vigilant 😉

  • To celebrate his wedding, Bram Ledeboer organized a grand party on Saturday, August 19, 1876, in the Volkspark, to which all of the over 500 employees of the firm Van Heek & Co were invited, along with their families. “In procession, they marched to the Volkspark, accompanied by music, where they were generously treated to beer, coffee, and sandwiches with ham and cheese. Various popular games also took place, and everything went off in the best order. The suitable terrain with its various popular games, as well as the fine weather, contributed greatly to making the event one to remember for everyone.”
    On Saturday, May 2, the 150th anniversary of the Volkspark will be extensively commemorated, a park made possible thanks to a bequest from Bram’s uncle and guardian, Hendrik Jan van Heek (1814-1872). On this occasion, a book was also published, written by Gerrit van Oosterom, titled ‘The Volkspark: Biography of the First Public Park in the Netherlands, Enschede.’
  • “It’s said that one wedding leads to another,” and this was certainly true for the festivities in Bentheim. In the nineteenth century, no less than three Meiers married Van Heeks, the last marriage taking place in 1869 between Bram’s uncle Jan van Heek and Christine Meier, a first cousin of Christine Nordbeck. Bram and Christine may have met at a wedding in Bentheim, which took place on June 27, 1874, when Bram’s cousin Herman Stroink married a cousin of Christine, Guste Meier. On September 23, 1879, another marriage took place in Bentheim between an Enschede manufacturer and a local girl, Jurrian Stroink, and Wies Meier (a sister of the aforementioned Christine and Guste).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*