Tussen Kunst en Conflict: Pierre Stadnitski in de Schaduw van de Belgische Opstand
In het jaar 1825, op de leeftijd van 27 jaar, werd P. ‘Pierre’ Stadnitski (1798-1843) vereeuwigd op doek. Met een blik vol zelfvertrouwen kijkt dit deftige heerschap uit Nijmegen de wereld in. Dit portret is één van de vier werken gemaakt in de periode 1825-1826 door Konrad von Lumm (1776-1843), een getalenteerde, doch in Nederland relatief onbekende kunstschilder uit Krefeld. Verder werpen een gelegenheidsglas uit 1831 en een Franstalige biografie van Jan van Speijk uit hetzelfde jaar licht op de roerige periode van de Belgische Opstand, en bieden ze inzicht in de sociale kringen van Pierre.
Pierre Stadnitski
De familie Standnitski, met hun opvallende Slavische achternaam, heeft haar wortels in Oost-Europa. Daniel Stadnitski, geboren rond 1654, zette de eerste stappen in Nederland door zich vanuit Rakow, Polen, in Amsterdam te vestigen. Eenmaal in Nederland, integreerde de familie snel, mede dankzij hun aansluiting bij de Collegianten, een progressieve doperse beweging. Hun welvaart in de 18e eeuw was het resultaat van strategische huwelijken en zakelijk inzicht.
De grootvader van Pierre, eveneens officieel Pieter genaamd (1735-1795), maakte de naam Stadnitski prominent in de financiële wereld van Amsterdam als handelaar in Amerikaanse effecten en landerijen, en legde daarmee de basis voor het vooraanstaande bankiershuis Stadnitski & Van Heukelom.
Pierre Stadnitski, geboren in 1798 te Amsterdam, was de oudste zoon van Jan Stadnitski en Geertruida Brechta Uitenhage de Mist. Zijn vader, die zich onderscheidde door een grote liefde voor kunst en wetenschap, droeg deze passies over aan Pierre. Rond 1804, na zich teruggetrokken te hebben uit het zakenleven, verhuisde het gezin naar Nijmegen en betrok daar een statig herenhuis aan de Muchterstraat, lokaal bekend als ‘St. Teunis’, een verbastering van de voormalige St. Anthoniuskapel die daar voorheen had gestaan.

In dit nieuwe thuis verwelkomde de familie verschillende kunstenaars en wetenschappers. Onder hen was Hendrik Hoogers, die in 1810 een mooie tekening creëerde vanuit het huis van de Stadnitski’s. Ook liet ‘de kunstminnaar Jan Stadnitski’ in 1804 bijzondere werktuigen veilen, waaronder een pas ontwikkelde ‘electriciteits-machine en batterij van de grootste soort’.i
Het overlijden van Jan in 1817 liet Pierre en zijn zus Amélie achter onder de zorg van hun moeder. Hun oom Andries Stadnitski, die het familiebankiershuis voortzette, werd aangesteld als hun toeziend voogd. Pierre werd door ‘desselfs mama’ als cadet bij de mariniers ingeschreven, een inschrijving die kort voor het overlijden van zijn moeder plaatsvond. Niet lang daarna verliet hij de militaire dienst om als rentenier en kunstverzamelaar zijn dagen te vullen, terwijl hij toch ook een sterke betrokkenheid bij militaire aangelegenheden behield.
In 1820 trouwde Pierre met de vermogende Engelina Johanna Adriana toe Laer. Gezien Piere’s leven zonder betaald beroep, werd het huwelijk bezegeld onder huwelijkse voorwaarden. Samen namen zij intrek in het familiehuis aan de Muchterstraat, waar hun drie kinderen werden geboren. Rond de geboorte van hun tweede kind koos Pierre ervoor zich te laten portretteren.
Pierre’s betrokkenheid bij de kunstwereld werd verder benadrukt door zijn initiatief tot oprichting van de Nijmeegse afdeling van de Vereniging ter Bevordering van de Toonkunst in 1829. Twee jaar later, in 1831, was hij mede-initiator van een kunstexpositie en veiling, bedoeld om financiële steun te genereren voor de Nederlandse staat tijdens de nasleep van de Belgische onafhankelijksheidsoorlog.ii iii Echter, binnen de familie groeide de bezorgdheid over Pierre’s uitgavenpatroon. Deze zorgen escaleerden tot een rechtzaak in 1832, waarbij Pierre vanwege zijn ‘verkwistende levenswijze’ onder curatele werd gesteld door zijn oom Andries Stadnitski.iv Dit incident betekende ook het tijdelijke einde van de Nijmeegse Toonkunstafdeling, die pas zestig jaar later nieuw leven werd ingeblazen en vandaag de dag nog steeds bestaat.v
Tot 1838 bleef de familie in het herenhuis aan de Muchterstraat wonen.vi Vervolgens verhuisde Pierre’s echtgenote met de kinderen naar het voormalige logement en sociëteitsgebouw De Zwaan aan de Grote Markt in Nijmegen, waar zij tot haar dood in 1872 woonde. Pierre zelf had het gezinsleven verlaten en woonde achtereenvolgens in Amsterdam en in Kleef, waar hij op 21 februari 1843 kwam te overlijden.

Konrad von Lumm

Konrad von Lumm (1767-1843) was een talentvolle kunstschilder uit het Duitse Krefeld. Zijn geboortestad werd internationaal geprezen om haar voortreffelijke textielproducten zoals fluweel, zijde en brokaat, die een grote aantrekkingskracht hadden op de Europese adel en aristocratie. Enkele van zijn familieleden waren actief in deze bloeiende industrie, onder wie zijdefabrikant August von Lumm en sajetfabrikant Mathias von Lumm (1766-1845) , beiden geportretteerd door Konrad, evenals Catharina Elisabeth von Lumm-Lichtenscheidt (1775-1835), de echtgenote van Mathias.vii viii
Konrad koos voor het pad van de kunst. Als zoon van een glazenblazer leerde hij de waarde van precisie en aandacht voor detail.ix In Krefeld deelde hij zijn schildervaardigheden door les te geven aan de toekomstige kunstschilders Carl Rudolf Vogelsang (1808-1878)x en Adolf Everard Hönighaus (1810-1882).xi
Zijn artistieke pad voerde hem uiteindelijk ook naar Nederland, waar hij in 1825 het portret van Pierre Stadnitski vervaardigde, een werk dat Konrad’s subtiele meesterschap toont. In Nijmegen maakte hij in de jaren 1825 en 1826 tenminste vier portretten. Naast het portret van Pierre Stadnitski zijn ook de portretten van de oude weduwe Wilhelmina Carolina Petronella Brantsen-von Löben Sels (1761-1829) en het echtpaar mr. Arend Francois van den Steen (1766-1842) en Cornelia Maria Agatha van den Steen-Hulft (1768-1862) van zijn hand.
Een uniek gelegenheidsglas uit 1831
Dit unieke gelegenheidsglas, gemaakt in 1831, draagt een inscriptie die een diepe vriendschap en trouw aan koning en vaderland uitdrukt: ‘Mijn vriendschap voor u is zoo opregt als de bolwerken van Antwerp’s geducht Kasteel. Getrouw zijn aan Koning en Vaderland. Aandenken van B V H v Oostee. Uit het Kasteel van Antwerpen in 1831′. De naam ‘P. Stadnitski’ op de voet van het glas verwijst naar Pierre Stadnitski, de vriend aan wie dit geschenkt was gericht.
De gever, Boudewijn van Hoey Schilthouwer van Oostee (1798-1832), was een Nederlandse officier die in de voetsporen trad van zijn vader, een hoog onderscheiden luitenant-generaal der artillerie. Het is waarschijnlijk dat Boudewijn en Pierre elkaar ontmoet hebben tijdens hun militaire opleiding in 1817.
De historische context van dit glas is de Belgische Opstand van 1830. Ondanks de successen van de Belgische nationalisten bleef het kasteel van Antwerpen tot eind 1832 een bastion van Nederlandse weerstand. De verdedigers, waaronder de toen 32-jarige kapitein der artillerie Boudewijn, werden gezien als Nederlandse helden en in de kranten werd uitgebreid verslag uitgebracht van de Nederlandse strijd in Antwerpen. Sommige Nederlanders zagen zich genoopt de Nederlandse oorlogskas te moeten ondersteunen, waarvoor verschillende initiatieven werden genomen, waaronder de kunstveiling die in 1831 door Pierre Stadnitski werd georganiseerd. Ook de vader van Boudewijn, een gepensioneerd luitenant-generaal, schonk 200 gulden aan de oorlogskas, ’ter tegemoetkoming in de kosten in de algemene wapening, en tevens als een blijk van verknochtheid aan Koning en Vaderland.’xii Boudewijn’s heldenstatus werd verstrekt door zijn benoeming tot Ridder in de Militaire Willemsorde.xiii
De situatie escaleerde in 1832 toen Frankrijk en Groot-Brittanië, mede door familiebanden met de Belgische koning Leopold I, zich mengden in het conflict. Dit leidde tot het Beleg van Antwerpen, waarbij het kasteel door de Fransen zwaar onder vuur werd genomen. Boudewijn overleed in december 1832 aan een hoofdwond opgelopen tijdens dit beleg, betreurd als een ‘uitstekend braaf, kundig en zeer voortvarend officier’ door generaal Chassé.xiv
Het gelegenheidsglas, een geschenk van Boudewijn aan Pierre, dient als een blijvende herinnering aan hun vriendschap en de turbulente tijd waarin zij leefden.
Een Franstalige biografie van Jan van Speijk uit 1831
In 1831 was Boudewijn van Hoey Schilthouwer van Oostee getuige van een dramatische gebeurtenis: de opzettelijke ontploffing van een Nederlandse kanonneerboot door commandant Jan van Speijk. Tijdens de Belgische Opstand controleerde hij met zijn boot de scheepvaart van en naar Antwerpen. Door een harde noordwestenwind en een probleem met het anker dreef zijn schip naar de kade, waar een boze menigte Belgische arbeiders en militairen het schip bestormde. Van Speijk, zich terugtrekkend in de kajuit, stak met zijn sigaar een vat buskruit aan, waarbij hij naar verluid uitriep: ‘een infame Brabander worden? Dan liever de lucht in!’ De explosie kostte het leven aan 28 van de 31 bemanningsleden, inclusief Van Speijk zelf, en 4 Belgen.
Van Speijk werd onmiddellijk als een nationale held vereerd. Koning Willem I bood aan om Van Speijk te begraven in de koninkijke grafkelder in Delft, maar uiteindelijk werd hij toch bijgezet in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, zijn geboorteplaats. De koning besloot ook dat de Koninklijke Marine altijd een schip met de naam Van Speijk zou hebben varen. Er verschenen verschillende biografieën over hem, waarvan de eersten reeds in 1831 verschenen. Een van die biografieën verscheen in augustus 1831 in het Frans.
Dit Franse boekje, getiteld ‘J.C.J. van Speyk, ou, Le héros de l’Escaut’, werd geschreven door Anna Guillemine Thesingh-Leyer (1801-1877), een schrijfster afkomstig uit Maastricht die enige tijd in Parijs had gewoond. In de jaren ’30 van de negentiende eeuw schreef ze minstens zes kinderboeken in zowel Nederlands als Frans, vaak met een patriottische inslag. Titels als ‘Leven en daden der vorsten uit het huis van Oranje’ (1835), ‘De jaren 1830 en 1831’ (1832) en ‘Les fetes interrompues, ou, La campagne de dix jours’ (1832) benadrukken haar vaderlandsliefde. De Franse edities bevatten bovendien een woordenlijst met Frans-Nederlandse vertalingen, waardoor ze niet alleen een patriottisch, maar ook educatief doel dienden.
Dit boekje, gedrukt in Nijmegen – de woonplaats van Pierre Stadnitski – werd op 30 augustus 1832 door hem aan zijn elfjarige zoon Jan geschonken. Het is uiterst zeldzaam; zelfs de Koninklijke Bibliotheek bezit geen exemplaar.
Deze drie objecten – het schilderij, het gelegenheidsglas en het zelfdzame boekje – zijn allemaal afkomstig van Pierre Stadnitski en bieden samen een uniek en persoonlijkbeeld van deze historische periode.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Genealogie van het geslacht Stadnitski (uitgestorven in mannelijke lijn 1927)
I Daniel Stadnitski, geboren Rakow circa 1654/1655, saaiperser te Amsterdam, begraven aldaar (Nieuwe Kerk) 4 maart 1718, huwde 1e (ondertrouw Amsterdam 1 augustus 1693) met Anna Meynderts Wijngaarts, geboren Zaandam circa 1653, begraven Amsterdam (Leidsekerkhof) 25 december 1693, huwde 2e (ondertrouw Amsterdam 11 maart 1695) met Elisabeth Timmermans, geboren Amsterdam circa 1665, begraven aldaar (Nieuwe Kerk) 8 mei 1720, dochter van Antonie Timmermans.
Uit het tweede huwelijk:
- Aaltje Stadnitski, geboren Amsterdam 30 december 1695, gedoopt aldaar (D.G.) 9 februari 1721, huwde (ondertrouw Amsterdam 18 november 1718) met Reinier de Haan.
- Anna Stadnitski, geboren Amsterdam 23 november 1698, gedoopt aldaar (D.G.) 9 februari 1721, huwde (ondertrouw Amsterdam 6 juni 1724) met Remeus Willeboorts.
- Jan Stadnitski, volgt II
II Jan Stadnitski, geboren Amsterdam 9 maart 1702, gedoopt (D.G.) 13 februari 1729, overleden aldaar 19 juli 1758, huwde Amsterdam 7 november 1728 met Sara de Clercq, geboren Amsterdam 8 januari 1699, gedoopt (D.G.) 13 februari 1718, overleden aldaar 29 juni 1770, dochter van Pieter de Clercq en Cornelia Block
Uit dit huwelijk:
III Pieter Stadnitski, geboren Amsterdam 2 april 1735, makelaar, overleden aldaar 29 november 1795, huwde Amsterdam 22 september 1763 met Christina Coster, gedoopt Rotterdam 14 mei 1744, overleden Amsterdam 22 april 1799, dochter van Andries Coster en JacobaDuysers.
Uit dit huwelijk:
- Sara Stadnitski, geboren Amsterdam 27 mei 1765, overleden aldaar 2 juni 1812, huwde Amsterdam 3 juni 1787 met Arent van Halmael, geboren Amsterdam 20 januari 1765, rijksontvanger te Naarden, overleden aldaar 12 oktober 1835, zoon van Arent van Halmael en Johanna Bremer.
- Jacoba Stadnitski, geboren Amsterdam 9 maart 1772, overleden aldaar 31 januari 1808, huwde Amsterdam 8 september 1793 met Jan van Heukelom, geboren Amsterdam 29 april 1773, koopman, overleden aldaar 1 maart 1817, zoon van Frans van Heukelom en Catharina Kloppenburg.
- Jan Stadnitski, volgt IV-a
- Andries Stadnitski, volgt IV-b
IV-a Jan Stadnitski, geboren Amsterdam 6 maart 1775, koopman aldaar, laatstelijk rentenier te Nijmegen, overleden aldaar 15 februari 1817, huwde ‘s-Gravenhage 12 juni 1796 met Geertruid Brechta Uitenhage de Mist, geboren Kampen 3 april 1775, overleden Nijmegen 11 augustus 1817, dochter van mr. Jacob Abraham Uitenhage de Mist en Amelia Elisabeth Wilhelmina Strubberg.
Uit dit huwelijk:
- Pieter Stadnitski, volgt V-a
- Amelie Wilhelmine Elisabeth Stadnitski, geboren Amsterdam 24 augustus 1799, overleden Namen 3 februari 1820, huwde ‘s-Gravenhage 21 april 1819 met James Albert Henry de la Sarraz, geboren Grave 23 november 1787, luitenant-generaal art., minister van Binnenlandse Zaken 1843 en van Staat 1847, adjudant i.b.d., overleden ‘s-Gravenhage 1 mei 1877, zoon van Albert Marie Jules de la Sarraz en Charlotte Frederique Baumhauer.
V-a Pieter Stadnitski, alias Pierre, geboren Amsterdam 9 maart 1798, cadet marinier (1817), vervolgens rentenier te Nijmegen, overleden Kleef 21 februari 1843, huwde Nijmegen 1 juni 1820 met Engelina Johanna Adriana toe Laer, geboren Ressen 6 augustus 1799, overleden Nijmegen 19 april 1872, dochter van Robbert Reinhart toe Laer en Joanna Dirkje Tijmens.
Uit dit huwelijk:
- Jan Stadnitski, volgt VI
- Johanna Robbertina Agnita Stadnitski, geboren Nijmegen 19 juli 1825, overleden Ressen 13 januari 1901, huwde Nijmegen 2 augustus 1850 met Jan Adriaan Koopmans, geboren Amsterdam 24 april 1825, fabrikant te Nijmegen, overleden Ressen 24 december 1900, zoon van Klaas Koopmans en Antje Vander. Uit dit huwelijk het inmiddels uitgestorven geslacht Koopmans Stadnitski.
- Robbert Aemilius Stadnitski, geboren Nijmegen 14 mei 1827, steenfabrikant fa. Stadnitski & Co (1855-), laatstelijk consul te Saigon, overleden Nijmegen 18 december 1868.
VI Jan Stadnitski, geboren Nijmegen 18 april 1821, majoor-magazijnmeester art., overleden Nijmegen 11 december 1876, huwde 1e aldaar 20 juni 1848 met Henriette Caroline Emilie Maria Phaff, geboren Nijmegen 15 januari 1824, overleden aldaar 7 juni 1863, dochter van Carel Hendrik Phaff en Johanna Maria van den Steen, huwde 2e Nijmegen 22 juli 1871 met Hendrica Jacoba Moorrees, geboren Gorinchem 19 juni 1825, overleden Nijmegen 28 oktober 1906, dochter van mr. Hubertus Adrianus Moorrees en Hendrica Jacoba Kulenkamp.
Uit het eerste huwelijk:
- Andries Henry Stadnitski, geboren Nijmegen 5 augustus 1849, 1e luitenant inf., overleden Batavia 7 maart 1878, huwde januari 1878 met Victoria Verbeek, geboren Batavia 18 februari 1848, overleden Brussel 4 oktober 1938, dochter van Dirk Verbeek en Helena van der Sluys. Zij hertrouwde Haarlem 13 juni 1893 met mr. Henri Marie Josephus Francken.
IV-b Andries Stadnitski, geboren Amsterdam 23 november 1782, lid fa. Stadnitski & Van Heukelom, bankiers te Amsterdam, overleden Leiden 21 maart 1839, huwde Amsterdam 23 april 1808 met Susanna van Heukelom, geboren Amsterdam 30 november 1783, overleden Leiden, h.Rijnhof, 27 september 1854, dochter van Frans van Heukelom enCatharina Kloppenburg.
Uit dit huwelijk:
- Catharina Stadnitski, geboren Amsterdam 15 mei 1809, overleden Leiden 6 mei 1858.
- Pieter Christiaan Stadnitski, volgt V-b
- Jenny Stadnitski, geboren Oegstgeest 17 mei 1814, overleden Amsterdam 10 mei 1868, huwde Leiden 5 maart 1846 met Frans van Heukelom, geboren Amsterdam 19 maart 1812, oprichter en directeur Nederlands-Indische Handelsbank te Amsterdam, overleden aldaar 16 april 1872, zoon van Frans van Heukelom en Elisabeth Hartsen.
- Maria Stadnitski, geboren Oegstgeest 26 maart 1817, overleden Amsterdam 11 februari 1851, huwde Leiden 14 mei 1841 met dr. Hendrik van Beeck Vollenhoven, geboren Amsterdam 7 maart 1811, geneesheer te Amsterdam, firmant J. van Beeck Vollenhoven & Co en Van Heukelom & Vollenhoven, kooplieden te Amsterdam, lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal, overleden Amsterdam 1 augustus 1871, zoon van Jacob van Beeck Vollenhoven en Louise Hartsen.
V-b Pieter Christiaan Stadnitski, geboren Amsterdam 7 mei 1811, advocaat, laatstelijk makelaar te Amsterdam, overleden Vogelenzang 11 juni 1860, huwde Amsterdam 11 mei 1848 met Caroline van Swinden, geboren Amsterdam 5 mei 1830, overleden Geneve 26 mei 1906, dochter van Henri Etienne van Swinden en Marie Catharine Uitenhage de Mist.
Uit dit huwelijk:
- Andries Stadnitski, geboren Amsterdam 15 september 1849, overleden Geneve 20 november 1927.
- Henri Etienne Adrien Stadnitski, geboren Amsterdam 28 februari 1853, overleden Mitcham 26 januari 1927.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
iOprechte Haarlemsche Courant, 25 september 1805
iiOprechte Haarlemsche Courant, 12 februari 1831
iii‘Lijst van kunstwerken ter verloting ingezonden ten behoeve van Het Vaderland’, 1831
ivUtrechtsche Courant, 29 november 1833
vhttps://www.toonkunstkoornijmegen.nl/geschiedenis/, 2018
viOpregte Haarlemsche Courant, 17 november 1838
viiAmbtsblatt fur den Regierungsbezirk Dusseldorf, 1844
viiiAdressbuch der Kaufleute und Fabrikanten von ganz Deutschland, so wie der Haupthandels- und Fabrikorte des ubrigen Europa’s und der anderen Welttheile, 1833
ixhttp://www.heidermanns.net/gen-pers.php?ID=107220, 2018
xO. Richter, ‘1828: Das Tagebuch eines Krefelders’, in Westdeutsche Zeitung 2 december 2017
xiAnja Iwa, ‘Der unersattliche Blick; Adolf Honinghaus’, in: Sammler Journal, maart 2018 (https://issuu.com/gemi-verlag/docs/sammler-journal-0318)
xiiNederlandsche Staatscourant, 3 november 1830
xiiiRotterdamsche Courant, 1 maart 1832
xiv Nederlandsche Staatscourant, 8 december 1832
ENGLISH
Art and Turmoil: Pierre Stadnitski in the Shadow of the Belgian Revolution
In the year 1825, at the age of 27, Pierre Stadnitski (1798-1843) was immortalized on canvas. With a look of self-confidence, this distinguished gentleman from Nijmegen gazes out at the world. This portrait is one of four works created between 1825 and 1826 by Konrad von Lumm (1776-1843), a talented but relatively unknown painter from Krefeld, Germany. Additionally, a commemorative glass from 1831 and a French biography of Jan van Speijk from the same year shed light on the turbulent period of the Belgian Revolution and provide insight into Pierre’s social circles.
Pierre Stadnitski
The Stadnitski family, with their distinctive Slavic surname, has its roots in Eastern Europe. Daniel Stadnitski, born around 1654, took the first steps in the Netherlands by settling in Amsterdam from Rakow, Poland. Once in the Netherlands, the family quickly integrated, thanks in part to their affiliation with the Collegiants, a progressive Mennonite movement. Their prosperity in the 18th century resulted from strategic marriages and business acumen.
Pierre’s grandfather, also officially named Pieter (1735-1795), made the Stadnitski name prominent in the financial world of Amsterdam as a trader in American securities and real estate, laying the foundation for the prestigious banking house Stadnitski & Van Heukelom.

(image collection Regionaal Archief Nijmegen)
Pierre Stadnitski, born in 1798 in Amsterdam, was the eldest son of Jan Stadnitski and Geertruida Brechta Uitenhage de Mist. His father, who distinguished himself with a great love for art and science, passed these passions on to Pierre. Around 1804, after retiring from business, the family moved to Nijmegen and took residence in a stately mansion on Muchterstraat, locally known as ‘St. Teunis,’ a name derived from the former St. Anthony Chapel that once stood there.
In this new home, the family welcomed various artists and scholars. Among them was Hendrik Hoogers, who in 1810 created a beautiful drawing from the Stadnitski’s house. The ‘art lover Jan Stadnitski’ also auctioned remarkable instruments in 1804, including a newly developed ‘electricity machine and battery of the largest kind.’
Jan’s death in 1817 left Pierre and his sister Amélie in the care of their mother. Their uncle, Andries Stadnitski, who continued the family banking house, was appointed as their guardian. Pierre was enrolled as a cadet in the marines by his mother, an enlistment that took place shortly before her death. Not long after, he left military service to live as a rentier and art collector, while still maintaining a strong interest in military affairs.
In 1820, Pierre married the wealthy Engelina Johanna Adriana toe Laer. Given Pierre’s life without a paid profession, the marriage was sealed under a prenuptial agreement. Together, they moved into the family home on Muchterstraat, where their three children were born. Around the birth of their second child, Pierre chose to have his portrait painted.
Pierre’s involvement in the art world was further emphasized by his initiative to establish the Nijmegen branch of the Society for the Promotion of Music in 1829. Two years later, in 1831, he co-organized an art exhibition and auction to raise funds for the Dutch state in the aftermath of the Belgian independence war. However, concerns about Pierre’s spending habits grew within the family. These concerns escalated into a lawsuit in 1832, where Pierre was placed under guardianship by his uncle Andries Stadnitski due to his ‘wasteful lifestyle.’ This incident also led to the temporary dissolution of the Nijmegen Music Society, which was not revived until sixty years later and still exists today.
Until 1838, the family continued to live in the mansion on Muchterstraat. Pierre’s wife then moved with the children to the former inn and society building De Zwaan on the Grote Markt in Nijmegen, where she lived until her death in 1872. Pierre had left family life and lived successively in Amsterdam and Kleve, where he passed away on February 21, 1843.

Konrad von Lumm

Konrad von Lumm (1767-1843) was a talented painter from Krefeld, Germany. His hometown was internationally renowned for its excellent textile products such as velvet, silk, and brocade, which were highly sought after by European nobility and aristocracy. Some of his family members were active in this flourishing industry, including silk manufacturer August von Lumm and wool manufacturer Mathias von Lumm (1766-1845), both of whom were portrayed by Konrad, as well as Catharina Elisabeth von Lumm-Lichtenscheidt (1775-1835), the wife of Mathias.
Konrad chose the path of art. As the son of a glassblower, he learned the value of precision and attention to detail. In Krefeld, he shared his painting skills by teaching future painters Carl Rudolf Vogelsang (1808-1878) and Adolf Everard Hönighaus (1810-1882).
His artistic journey eventually brought him to the Netherlands, where in 1825, he created the portrait of Pierre Stadnitski, a work that showcases Konrad’s subtle mastery. In Nijmegen, between 1825 and 1826, he painted at least four portraits. Besides the portrait of Pierre Stadnitski, he also painted the portraits of the elderly widow Wilhelmina Carolina Petronella Brantsen-von Löben Sels (1761-1829) and the couple Mr. Arend Francois van den Steen (1766-1842) and Cornelia Maria Agatha van den Steen-Hulft (1768-1862).
A Unique Commemorative Glass from 1831
This unique commemorative glass, made in 1831, bears an inscription expressing deep friendship and loyalty to the king and fatherland: “My friendship for you is as steadfast as the fortifications of Antwerp’s mighty castle. Loyal to King and Fatherland. Souvenir from B V H v Oostee. From the Castle of Antwerp in 1831.” (Translated) The name ‘P. Stadnitski’ on the foot of the glass refers to Pierre Stadnitski, the friend to whom this gift was dedicated.
The giver, Boudewijn van Hoey Schilthouwer van Oostee (1798-1832), was a Dutch officer following in the footsteps of his father, a highly decorated lieutenant-general of the artillery. It is likely that Boudewijn and Pierre met during their military training in 1817.
The historical context of this glass is the Belgian Revolution of 1830. Despite the successes of the Belgian nationalists, Antwerp Castle remained a bastion of Dutch resistance until the end of 1832. The defenders, including the then 32-year-old artillery captain Boudewijn, were regarded as Dutch heroes, with newspapers providing extensive coverage of the Dutch struggle in Antwerp. Some Dutch citizens felt compelled to support the war effort, leading to various initiatives, including the art auction organized by Pierre Stadnitski in 1831. Boudewijn’s father, a retired lieutenant-general, also donated 200 guilders to the war effort, ’to help cover the costs of the general arming and as a token of loyalty to the King and Fatherland.’ Boudewijn’s hero status was further reinforced by his appointment as a Knight in the Military Order of William.
The situation escalated in 1832 when France and Great Britain, influenced by family ties to Belgian King Leopold I, became involved in the conflict. This led to the Siege of Antwerp, where the castle was heavily bombarded by the French. Boudewijn died in December 1832 from a head wound sustained during this siege, mourned as an ‘outstandingly brave, knowledgeable, and very determined officer’ by General Chassé.
The commemorative glass, a gift from Boudewijn to Pierre, serves as a lasting reminder of their friendship and the turbulent times in which they lived.
A French Biography of Jan van Speijk from 1831
In 1831, Boudewijn van Hoey Schilthouwer van Oostee witnessed a dramatic event: the deliberate explosion of a Dutch gunboat by Commander Jan van Speijk. During the Belgian Revolution, Van Speijk controlled shipping to and from Antwerp with his boat. Due to a strong northwesterly wind and an anchor issue, his ship drifted toward the quay, where an angry crowd of Belgian workers and soldiers stormed the boat. Van Speijk, retreating to the cabin, lit a barrel of gunpowder with his cigar, reportedly exclaiming: ‘Become a vile Brabanter? I’d rather blow up!’ The explosion killed 28 of the 31 crew members, including Van Speijk himself, and four Belgians.
Van Speijk was immediately revered as a national hero. King Willem I offered to bury Van Speijk in the royal crypt in Delft, but he was ultimately laid to rest in the Nieuwe Kerk in Amsterdam, his birthplace. The king also decreed that the Royal Navy would always have a ship named Van Speijk. Several biographies about him appeared, with the first ones published as early as 1831. One of these biographies was published in French in August 1831.
This French booklet, titled “J.C.J. van Speyk, ou, Le héros de l’Escaut,” was written by Anna Guillemine Thesingh-Leyer (1801-1877), an author from Maastricht who had spent some time living in Paris. In the 1830s, she wrote at least six children’s books in both Dutch and French, often with a patriotic tone. Titles such as “Life and Deeds of the Princes from the House of Orange” (1835), “The Years 1830 and 1831” (1832), and “Les fêtes interrompues, ou, La campagne de dix jours” (1832) reflect her love for her country. The French editions also included a glossary with French-Dutch translations, serving not only a patriotic but also an educational purpose.
This booklet, printed in Nijmegen—where Pierre Stadnitski resided—was gifted by him to his eleven-year-old son Jan on August 30, 1832. It is extremely rare; even the Royal Library does not have a copy.
These three objects—the painting, the commemorative glass, and the rare booklet—all originate from Pierre Stadnitski and together provide a unique and personal view of this historical period.
Geef een reactie