De verbinding tussen De Grimberg (Ter Horst) en De Mosterdpot (Engberts), 1879

“Rijssen. Ter gelegenheid van het huwelijk van de heer A.H. ter Horst, lid der firma Ter Horst & Co en 2e luitenant bij de dienstdoende schutterij alhier, werd laatstleden zaterdag [27 september 1879] aan al de werklieden bij die firma in dienst, ten getale van ruim 600, en aan de leden der schutterij een genotvolle dag bereid. Nadat alle werklieden op het marktplein voor het stadhuis waren samengekomen, trok men van daar, voorafgegaan door de dienstdoende schutterij, onder begeleiding der muziek van de Vereniging ‘Cecilia’, naar het even buiten deze stad gelegen landgoed van de heren Ter Horst, ‘De Grimberg’, alwaar alles voor het feest was in gereedheid gebracht. Op recht gulle en onbekrompen wijze werden zowel de werklieden als de leden der schutterij aldaar op brood, ham en bier onthaald, terwijl er verschillende volksspelen plaats hadden en de muziek zich van tijd tot tijd deed horen. Een opgeruimde geest heerste bij allen en ten hoogsten dankbaar en voldaan keerde men in de avond naar de stad terug. Alles is zonder stoornis en in de beste orde afgelopen.” (Twentsche Courant, 1 oktober 1879)
Op 1 oktober 1879 trad de 29-jarige Auke H. ter Horst op het stadhuis van Almelo in het huwelijk met de 25-jarige Thalie G. Engberts (1854-1911). Zij werd geboren in St. Petersburg, maar vestigde zich op jonge leeftijd – in 1858 – met haar ouders in Almelo. Haar vader stichtte daar een textielfabriek en kocht uit de nalatenschap van een oom het goed ‘De Mosterdpot’. Dat ‘landgoed’ was gelegen aan de straatweg van Almelo naar Wierden. De straatweg vervolgde van daar zijn pad zuidwaarts naar Rijssen, dwars door het grondgebied van de voormalige havezate De Grimberg. Sinds 1876 behoorde dat landgoed toe aan de Rijssense textielfamilie Ter Horst. Twee ‘landgoedjes’ die door een weg en huwelijk aan elkaar waren verbonden.
De Mosterdpot
Eind 1857 stierf in Almelo de 56-jarige expediteur Jan Hendrik Scholl Engberts. Hij was telg uit een ‘Ruslui’-familie (de groep Vriezenveense textielhandelaren die generatieslang succesvol handeldreven in de deftige Russische stad St. Petersburg). In 1858 maakte zijn neef Jan Jakob Engberts (1814-1878) plan om met zijn gezin uit Rusland te repatriëren. Hij stichtte in Almelo de textielfabriek der fa. J.J. Engberts & Co en kocht uit de boedel van zijn oom het landgoed De Mosterdpot. Het bestond, naast een ‘huis van twee woningen’ uit ‘ene aanzienlijke uitgestrektheid grasland, grotendeels met welig groeiend akkerhout omgeven, waarin het gras ‘s jaars met het beste gevolg publiek verpacht wordt, en aller gunstigst bij gemeld huis rechts en links van- en aan- de straatweg gelegen, tezamen groot 29 bunder 31 roeden 72 ellen’. Ook werd in 1858 gewezen op de ‘zeldzaam voorkomende gelegenheid aanbiedende tot aanleg, in de nabijheid van Almelo, zo van herenboerderij, als van een of meer boerenplaatsen’. Kortom: een ruwe diamant voor veel Twentse textielfamilies, want die verruilden maar al te graag de stad voor een verblijf op het eenvoudige, doch idyllische platteland. In de loop van de achttiende en negentiende eeuw werden steeds meer boerenerven voorzien van een aantrekkelijke herenkamer of koepel, waar de families konden verpozen.
De zetboer van de familie Engberts op De Mosterdpot was Gerrit Schoppert (1819-1892). Hij regelde de verkoop van gras en (hak)hout en ontving in het voorjaar weidegeld voor het laten grazen van koeien en pinken (resp. fl. 30,- en fl. 20,-). In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide De Mosterpot door grondaankopen uit tot 40 hectare. Na het overlijden van Jan Jakob Engberts in 1878 werd het beheer toevertrouwd aan diens zoon Leonard Johannes Engberts (1847-1924).
Leonard Johannes Engberts was in 1879 een van de vier huwelijksgetuigen bij het huwelijk van zijn zuster Thalie met Auke ter Horst uit Rijssen. Zelf bleef hij ongehuwd en leidde een rustig bestaan in de stad Almelo. Wel had hij een bijzondere affiniteit met het buitengebied; zo was hij als commissaris betrokken bij de instandhouding van de ‘Kunstweg Almelo-Vriezenveen’ en handelde hij in paarden op de Mosterdpot. In 1913 verkocht hij zijn ‘uitgestrekte, vruchtbare landgoed’. Op dat moment stonden er twee bouwmanswoningen. Over een herenkamer of koepel werd in de advertentie niet gesproken. Wel werd de lezer gewezen ‘op de allerbeste stand aan de Wierdensestraat, uitmuntend geschikt voor het stichten van villa’s.’ Het resultaat was iets minder deftig; lange tijd werd daar het café De Mosterpot uitgebaat en tegenwoordig is de locatie te herkennen aan het gelijknamige hoogspanningsstation. Sinds 1916 woonde L.J. Engberts ten huize van zijn zwager in Den Haag, alwaar hij in 1924 stierf.
De Grimberg / Het Winkel
Een geheel andere achtergrond heeft het landgoed De Grimberg. Vroeger stond daar een oud kasteel, dat reeds aan het eind van de dertiende eeuw voor het eerst werd vermeld. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd het door vlammen verwoest, maar werd daarna weer flink herbouwd. In de loop der eeuwen kende het kasteel verschillende adellijke eigenaren, totdat het omstreeks 1800 in handen kwam van een rijke timmerman. Het kasteel schijnt een te groot project voor hem te zijn geweest, want het raakte dusdanig ernstig in verval dat het rond 1820 ter afbraak werd verkocht. Wat nog resteert zijn de grachten en een fraaie toegangspoort.
In 1876 werd het landgoed De Grimberg gekocht door fabrikant Jan Harmen ter Horst (1812-1877). Het kasteel was al een halve eeuw eerder afgebroken en veel pachtboerderijen waren ook al los verkocht, maar desalniettemin bestond het landgoed nog uit 91 hectare landerijen, twee boerderijen en was aan het bezit het jacht- en visrecht gekoppeld, alsmede het recht van (mede)collatie in de predikants- en kostersplaats te Rijssen. Nabij de fundamenten van het kasteel werd door de familie Ter Horst een rietgedekt theekoepeltje gebouwd.
Het ten zuidoosten grenzende boerenerf Het Winkel maakte oorspronkelijk ook deel uit van het Grimberg-erfgoed, maar was al eerder eigendom geworden van de familie Ter Horst. Het bouwhuis op het erve ‘t Winkel werd door hen uitgebouwd met een herenkamer. Met name in de zomermaanden werd door Auke en Thalie ter Horst-Engberts veel gebruik gemaakt van hun geliefde theekoepeltje op De Grimberg en herenkamer op ‘t Winkel. Beiden werden aangeduid als ‘op de Grimberg’. Vanaf de veranda keek men uit op de pelmolen van (verre neef) Ter Horst en zag men de rokende schoorstenen van hun jutefabriek in Rijssen.
Uitspanning
De familie Ter Horst wilde ook graag een aantrekkelijk uitspanning realiseren voor de bevolking van Rijssen, ‘ter bevordering van nuttige en aangename ontspanning van en voor de arbeidende klasse’. In 1893 stelde de familie voor een braakliggend stuk gemeentegrond te willen omtoveren tot stadspark, maar daarvoor werd door de gemeente bedankt. Uiteindelijk kochten Auke ter Horst en zijn ongehuwde broer Jan ter Horst een boerenerf te Rijssen en stichtten daarop in 1913 het bekende Volkspark en Parkgebouw. Blijkens onderstaand krantenartikel uit 1899 konden de Rijssenaren tussentijds ook genieten van de omgeving van De Grimberg:
“Op ongeveer 25 minuten afstand van hier ligt het buitengoed De Grimberg, toebehorende aan de heer A.H. ter Horst alhier. (…) Voor wandelaars is De Grimberg des zomers het algemene aantrekkingspunt, want nergens hier in de omtrek vindt men schoner dennenbossen en fraaiere wandelingen, terwijl op verschillende plaatsen banken en priëeltjes de vermoeide wandelaar gelegenheid tot rusten aanbieden. Was tot nu toe de wandeling van Rijssen naar De Grimberg door gebrek aan schaduw minder aangenaam, thans zal ook hierin mettertijd verbetering komen, wijl vanwege het Rijk de straatweg van Rijssen naar Wierden met Amerikaanse eikenbomen beplant wordt.”
(Het Nieuws van den Dag, 2 januari 1899)
- In het Rijssense Parkgebouw werden in de Eerste Wereldoorlog honderden Franse en Belgische vluchtelingen opgevangen.
- Wierden, Rijssensestraat 101. Het erve ‘t Winkel is het oudste ‘buiten’ van de jutetak Ter Horst. De boerderij werd bestierd door zetboer Slagman, die zelf op het Heinhuis woonde. Tot op heden is Het Winkel eigendom van de familie Ter Horst. Zij lieten het oude bouwhuis een aantal jaren geleden grondig renoveren. De bijgaande foto van de herenkamer op ‘t Winkel zal, naar schatting, omstreeks 1870-1880 zijn gemaakt.
- Wierden, Rijssensestraat 152. Op deze locatie staat tegenwoordig het huis genaamd ‘De Grimberg’. Dit pand werd gebouwd door het echtpaar Herman Jordaan (1916-1974) en Imke ter Horst (1919-1998, kleindochter van genoemde Auke en Thalie ter Horst-Engberts).
- Wierden, Grimbergerweg 5. In de directe nabijheid van het gewezen kasteel kan men tegenwoordig goed terecht in een van de voormalige bouwhuizen. De varkensschuur, de deel en de paardenstal zijn omgebouwd tot horecagelegenheid, maar met name het terras is bij zonnig weer een trekpleister.
- Wanneer een van de firmanten Ter Horst in het huwelijk trad, betekende dat een indrukwekkend volksfestijn in Rijssen. Voor een bijzonder tijdsbeeld zie de filmopnamen van het huwelijk van Auke H. ter Horst (1913-2000) met Gerda Lilie in 1956: https://www.youtube.com/watch?v=uHYRQujFAqM
Geef een reactie