‘Wie was de Moll?’; ode aan architect Jacobus Moll (1844-1914)

Wie was dé Moll?”

ode aan architect Jacobus Moll (1844-1914)

(Jacobus Moll, eig. mevr. J. Walgemoed-Moll)

Tussen 1866 en 1889 was Jacobus Moll (1844-1914) werkzaam als architect te Hengelo (Ov.). Het was een periode waarin de fabrieksgebouwen in Twente op een rap tempo uit de grond werden gestampt. De booming textielindustrie had een grote aantrekkingskracht op werkzoekenden uit heel het land. Niet enkel de ‘kleine man’ vond zijn heil in Twente, maar ook voor vakmensen en ondernemers was Twente een zeer geschikte bestemming. Tot die laatste categorie ‘vrömden’ behoorden ook de architecten die aan de tekentafel het Twentse landschap hebben getracht te verfraaien. Hoewel het meeste van hun werk in de loop der jaren onder sloophamers is terecht gekomen, herinneren nog verschillende herenhuizen, scholen en fabrieksgebouwen aan tekenmeesters als Niermans, Beltman en Moll. Over de eerste twee architecten is veel geschreven, maar des te minder over de laatste heer: Jacobus Moll. Verschillende voorouders maakten gebruik van de diensten van Moll; maar wie was hij en wat voor werk heeft hij allemaal nagelaten?

Jacobus Moll (1844-1914) in een notendop

In 1837 promoveerde Evert Moll (1814-1896) aan de Leidse universiteit tot doctor in de godgeleerdheid.1 Hij werd vervolgens aangesteld tot Nederlands-Hervormd predikant in Hengelo (Ov.). In 1843 werd hij beroepen te Vollenhove alwaar een jaar later – op 20 maart 1844 – zijn echtgenote Antje van Groningen (1813-1875) beviel van een zoon: Jacobus Moll. In 1846 werd dr. Evert Moll beroepen te Goes, de plaats waar Jacobus Moll zijn jeugd doorbracht.

Jacobus Moll was vernoemd naar zijn oom, Jacobus van Groningen (1814-1888). Van Groningen was koopman in Deventer en als diaken prominent lid van de Doopsgezinde gemeente aldaar. Andere oomzeggers van Jacobus van Groningen waren de kinderen van het echtpaar Isak Bussemaker (1826-1901) en J.C.H. ‘Kaatje’ van Heek (1825-1891). Een meer directe link met de Twentse textielindustrie was een andere oom van Jacobus Moll, namelijk: Rudolf Abraham van Groningen (1827-1884). Vanaf 1850 stond R.A. van Groningen samen met zijn compagnon Edward Ainsworth aan het hoofd van de stoomblekerij te Goor.

Jacobus Moll was 18 jaar oud toen in mei 1862 Enschede nagenoeg compleet werd verwoest door een stadsbrand. Een drama voor de inwoners, maar voor architecten en aannemers betekende dit gouden tijden. Vermoedelijk heeft deze gebeurtenis Moll geprikkeld een loopbaan als architect te kiezen. Op 6 mei 1863 verhuisde hij van Goes naar Enschede alwaar hij zich als bouwkundig opzichter vestigde ten huize van de Enschedese stadsarchitect Gerrit Doorwaart Niermans (1807-1871).2 i Hij werd door Niermans opgeleid tot architect en heeft zodoende medegewerkt aan de wederopbouw van Enschede.

In juli 1866 vertrok hij naar Hengelo (Ov.) alwaar hij werd aangesteld tot stadsarchitect.3 Hij huwde op 20 mei 1869 met Maria Johanna Hagen (1842-1876), dochter van de vermogende Hengelose bierbrouwer Lambertus Antonius Hagen en Jansjen ter Horst. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren. Na dit huwelijk hertrouwde Moll op 18 april 1878 te Losser met Eveline Willemine Warnaars (1849-1910), dochter van burgemeester Hendrik Warnaars en Magteld Elisabeth Floh. Eveline Warnaars was weduwe van fabrikant Willem Jacob Stork (1840-1876). Uit het tweede huwelijk werd nog drie kinderen geboren.

In 1889 verhuisde Moll met zijn tweede echtgenote, kinderen en schoonmoeder Hagen-ter Horst naar Nijmegen. Hij kocht aldaar de fa. A. Degens & Zoon4, “fabrikanten en magazijnhouders van insluithaarden in stijl en met tegelbewerking, vulreguleerskachels, califeres, fornuizen, brandkasten, ledikanten en diverse ijzerwerken, tevens inrichtingen voor centrale verwarming, gas- en waterleidingen, baden, enz.” In 1897 werd het bedrijf door Moll voortgezet als naamloze vennootschap De Nijmeegsche Metaalwerken v/h A. Degens & Zoon te Nijmegen.5 . Na de zaak in 1913 te hebben overgedaan aan de heer Van Lohuizen verhuisde Moll naar Amsterdam. Een jaar later stierf hij op 70-jarige leeftijd.

Moll in Hengelo (1866-1889)

Toen Moll zich in Hengelo vestigde – in 1866 – stond het dorp op de vooravond om zich te ontpoppen tot een ware industriestad. Een stevige impuls was te danken aan het in 1865 geopende treinstation te Hengelo. Niet alleen Hengelose fabrikantenfamilies zoals Hulshoff Pol en Stork wisten van de nieuwe transportader te profiteren, maar ook buitenstaanders wilden zich maar al te graag mengen in de bloeiende Twentse (textiel)industrie. Tot die laatste categorie behoorde o.a. de Hollandse familie De Monchy die in 1866 te Hengelo een textielfabriek oprichtte.6 De oprichting van de machinefabriek Stork in 1867 – en later ook bedrijven als Dikkers, Heemaf en Hazemeyer7 – zou Hengelo later de bekend maken als de ‘Metaalstad’ van Nederland.ii Het dorp groeide daardoor uit haar voegen. Telde het dorp in 1869 – zonder de omringende buurtschappen – nog slechts 2.373 inwoners, in 1900 was het dorp reeds de 15.000 inwoners gepasseerd en tijdens de Tweede Wereldoorlog telde Hengelo ruim 43.000 inwoners. Hengelo kon zich halverwege de twintigste eeuw qua inwonersaantal meten aan steden als Deventer en Zwolle.iii

Of het dorp Hengelo in 1866 een dergelijke grote groei en bloei had durven dromen, is te betwijfelen. Wel was men indertijd ambitieus; het dorp moest meeprofiteren van de nieuwe spoorverbinding en van de bloeiende textielindustrie in de naburige gemeente Enschede. Daartoe werd Moll aangetrokken als stadsarchitect en kon hij de eerste jaren rekenen op mooie, grote opdrachten in Hengelo zoals het ontwerpen van een beursgebouw (1867)iv, het nieuwe raadhuis (1868)v en een post- en telegraafkantoor (1870).


(foto van het voormalige Beursgebouw te Hengelo; collectie foto-archief Museum Hengelo, 2018)

Het Beursgebouw was de eerste opdracht voor de 22-jarige Hengelose stadsarchitect. De opdrachtgever was de N.V. Twentsche Handelssociëteit dat een jaar eerder door verscheidene Hengelose ondernemers werd opgericht. “Het doel der vennootschap bestaat in het oprichten van een gebouw in de gemeente Hengelo en het verhuren of beschikbaar stellen van hetzelfde tot het houden van verkopingen en vergaderingen en tot al zodanig verder gebruik als bevorderlijk kan zijn aan de uitbreiding en de bloei van handel en nijverheid en kunst”.vi Tot de vele oprichters behoorden o.a. de firma D. Jordaan & Zonen te Haaksbergen en – als enige dame – Bertha Jordaan (1816-1912) uit Hengelo.vii “Dit gebouw werd oorspronkelijk voor de katoenhandel bestemd; hier zouden de katoenhandelaren en de fabrikanten elkaar ontmoeten en zaken doen. Ter gelegenheid van de plechtige inwijding hield de heer Thorbecke een rede. Van beurs houden is evenwel nooit veel gekomen! Tegenwoordig dient het gebouw voor publieke ontspanning en vergaderingen” aldus de heer H.E. Dijken in 1912.viii Hetzelfde jaar nog (1912) werd tegenover het Beursgebouw de nieuwe schouwburg in gebruik genomen. Het theater in de Beurs werd vervolgens gesloten en in 1921 viel het gebouw helaas ten prooi aan een vlammenzee.ix Het enige wat nog herinnert aan de (te) ambitieuze plannen van 1866 is de Beursstraat

De Beursstraat werd tot 1903 de Stationsweg genoemd. Het tegenwoordige treinstation van Hengelo kijkt uit op de Beursstraat. Wanneer men tegenwoordig vanaf het Stationsplein richting de Beursstraat kijkt ziet men aan de linkerhand het moderne theatergebouw van Hengelo en aan de rechterzijde een statig pand waarin tegenwoordig de ABN-Amro gehuisvest is. Op de plaats van het tegenwoordige bankgebouw stond tot 1921 het door Moll ontworpen beursgebouw. Hoewel sinds de opening van het treinstation van Hengelo in 1865 de treinreiziger via de Molenstraat het snelst de oude dorpskern kon bereiken, zal de wakkere nieuwkomeling zeker gekozen hebben voor de alternatieve route langs de Stationsweg (lees: Beursstraat) en Enschedestraat; op die manier kon men het werk van stadsarchitect Moll bewonderen. Ook de zojuist aangehaalde reiziger Dijken liep via de Beursstraat en de Enschedestraat het dorp binnen. Hij beschreef zijn aankomst in Hengelo in 1912 als volgt: “Wanneer we buiten het grootse station komen, ligt het ruime Stationsplein met zijn driearmige gaslantaarn voor ons. Links en rechts lopen brede straatwegen evenwijdig met de spoorlijnen naar Almelo en Oldenzaal. Recht voor ons uit kijken we een fraaie straat in, de [Beursstraat]”x. Ook de Hengelose dominee H.M. Bruna (1840-1906)8 roemde de Beursstraat en noemde haar in 1897 zelfs ‘t schoonste gedeelte van Hengelo.xi

Wanneer wij de wandeling door de Beursstraat tegenwoordig vervolgen, dan treffen wij al spoedig aan de linkerzijde een in 1879 door Moll ontworpen villa aan. De lichtgekleurde villa – tegenwoordig adres: Beursstraat 2 – werd gebouwd in opdracht van Willem Hulshoff Pol (1845-1923)9, firmant der Hengelosche Bontweverij. Aan de overzijde van de straat – tegenwoordig adres: Beursstraat 3 t/m 11 – staan vijf aan elkaar gebouwde woningen die in 1877 eveneens werden ontworpen door Moll in opdracht van de Hengelosche Bouwvereniging.xii

Wanneer wij tegenwoordig de Beursstraat vanaf de voorgaande locatie zouden vervolgen in de richting van de Enschedesestraat, dan treft men aan de linker- en rechterzijde gebouwen van recentere datum, waaronder een aardig woonhuis ontworpen door Dudok in 1927 (adres: Beursstraat 1a). In de tweede helft van de negentiende eeuw preikten in het laatste deel van de Beursstraat echter de villa’s van de heren Otto Stork (1867-1923) en Hendrik Hulshoff Pol (1843-1927).xiii Helaas hebben beide villa’s de tand des tijds niet doorstaan. Ook de villa van de Hendrik Hulshoff Pol (een broer van voornoemde Willem Hulshoff Pol) was in 1886 aanzienlijk verbouwd onder architectuur van Moll.xiv 10

Wanneer we de lommerrijke Beursweg doorgewandeld zijn, staan we op de Enschedesestraat, die ons oostelijk naar Enschede voert en de wandelaar westelijk naar ‘t middelpunt van Hengelo leidt. Op de hoek van de Enschedese- en Beursstraat zien we links de villa van de heer O. Stork. Kijken we naar ‘t westen, dan ligt het winkelgedeelte met de 80-meter hoge [kerk]toren voor ons. We wandelen er op aan. Links komen we al spoedig het Rijks Post- en Telegraafkantoor voorbij (…)” vervolgde de heer Dijken in 1912.xv Een vijftien jaar eerder liep voornoemde dominee Bruna dezelfde route: “(…) wij [slaan] echter om de Markt te bereiken linksom langs de villa van de heer O. Stork en treffen dan links al spoedig het nieuwe postkantoor, dat in Gothische stijl in baksteen opgetrokken een goede indruk maakt. Het heeft alleen de lastige eigenschap, dat het zo ver mogelijk naar de grens van het dorp is gebracht. Recht voor ons uit beheerst de hoge spitse toren der grote R.K. kerk de gehele straat, terwijl in de verte het gezicht wordt afgesloten door het gemeentehuis en het daarnaast staande oude postkantoor.”xvi

Het nieuwe post- en telegraafkantoor met directeurswoning werd in 1870 ontworpen door Moll. Ook het beschreven gemeentehuis was een ontwerp van de toendertijd 24-jarige Moll (1868).xvii Al spoedig bleek het gemeentehuis te klein en werd het naastgelegen winkelpand in gebruik genomen als gemeentekantoor.xviii In 1872 werd Moll gevraagd een ontwerp te maken voor een vergrootte dorpsschool en het ontwerpen van een nieuwe Nederlands-Hervormde pastorie.xix xx In dat laatste gebouw woonde dominee Bruna met zijn gezin. Voor de joodse gemeenschap in Hengelo ontwierp hij in 1883 een synagoge.

Duidelijk is geworden dat de jonge gemeente-architect Moll het dorp Hengelo een stadse allure heeft gegeven. In 1870 viel hem tevens de eer te beurt het gemeentewapen van Hengelo te mogen ontwerpen.xxi Helaas hebben de verschillende bombardementen op het centrum van Hengelo in 1944 en de na-oorlogse nieuwbouwdrift veel van zijn werk uitgevlakt. Ook het statige gemeentehuis uit 1868 moest het ontgelden; na de voltooiing van het huidige gemeentehuis rond 1963 werd het oude gemeentehuis aan de Markt jammerlijk afgebroken.

Hoewel de gemeente Hengelo voor Moll een belangrijke opdrachtgever is geweest, wensten ook veel gegoede Hengelose ingezetenen van zijn diensten gebruik te maken. Zoals eerder aangehaald ontwierp hij de villa’s van de broers Hulshoff Pol in de Beursstraat. Aan dit rijtje mogen worden toegevoegd de woonhuizen van de heren H.J. Ekker11 (1880), H.H. Santman12 (1880), mejufvrouw J. ter Horst (1887) en de heer C.L. Zehender Traus (1887).

Ook voor de kleine man heeft Moll woningen ontworpen. In 1868 werd op initiatief van de broers Charles Theodorus Stork (1822-1895) en Jurriaan Engelbert Stork (1828-1893) de Hengelosche Bouwvereeniging opgericht. Ook die organisatie schakelde meerdere malen de hulp in van architect Moll, zoals voor de vijf aan een geschakelde woningen in de Beursstraat (nrs. 3-11) in 1877 en een vergelijkbare opdracht in 1882 aan de Molendijk.xxii In 1877 werd de Hengelosche Arbeiderswoningen-Maatschappij in het leven geroepen en werd hetzelfde jaar nog Moll de opdracht gegeven tot het ontwerpen van 29 arbeiderswoningen aan de Oldenzaalsestraatweg.xxiii In 1880 volgde opnieuw een aanbesteding van 10 arbeiderswoningen, waarvan de architect in het krantenartikel ditmaal onbenoemd blijft.xxiv

Voornoemde twee bouwverenigingen waren initiatieven van de Hengelose fabrikanten. Oprichter van de Hengelosche Bouwvereeniging – later bekend van het tuindorp ‘t Lansink – was de familie Stork en de Hengelosche Arbeiderswoningen-Maatschappij was vermoedelijk een initiatief van de familie Hulshoff Pol (Hengelosche Bontweverij).xxv Ook de Nederlandsche Katoenspinnerij, met aan het hoofd de familie De Monchy, liet in de negentiende eeuw op haar naam tientallen arbeiderswoningen optrekken. In 1884 ontwierp Moll zestien arbeiderswoningen te Hengelo voor de Twentsche Bontweverij (van de fam. D.W. van Wulfften Palthe).

De Twentse fabrieken waren voor Moll belangrijke opdrachtgevers. Niet enkel vanwege de bouw van arbeiderswoningen en villa’s, maar hij werd ook ingeschakeld voor de bouw of verbouw van fabrieksgebouwen en kantoren. In 1875 ontwierp hij het kantoor annex magazijn voor de fa. S.J. Spanjaard aan de Stationsweg in Borne (tegenwoordig adres: Stationsstraat 11).xxvi Spanjaard gunde Moll een jaar later de opdracht tot het ontwerpen van 15 aaneengesloten arbeiderswoningen aldaar. In 1878 ontwierp Moll een gebouw (ingericht voor kantoren, wachtplaats, portierskamer, enz.) voor de Nederlandsche Katoenspinnerij.xxvii In 1879 stond hij aan de voet van enige bijbouwing en verbouwingen ten dienst van de machinefabriek Gebrs. Stork & Co.xxviii In 1880 ontwierp hij een fabrieksgebouw voor de fa. G. Dikkers & Co aan de Langelerdijk te Hengelo.xxix In 1882 een grote verbouwing van de gieterij der Gebrs. Stork & Co.xxx In 1884 ontwierp Moll een fabrieksgebouw voor de Twentsche Bontweverij te Hengelo.xxxi In 1885 een gebouw, bestemd voor modellen-bewaarplaats, voor de Gebrs. Stork & Coxxxii

Moll buiten Hengelo (1871-1889)

Ook buiten Hengelo werd hij ingeschakeld, zoals in 1881 voor ‘enige bouwwerken en gaskuip’ voor de Winterswijkse gasfabriek en in 1878 voor de bouw van een turfbiquetfabriek der fa. Machinale Turfbiquet-Maatschappij te Vroomshoop. In 1873 werd Moll vereerd met de opdracht tot ontwerp van een restauratie met kasteleinswoning en verder toebehoren in het zojuist door de erven H.J. van Heek (1814-1872) opgerichtte Volkspark in Enschede (zoals een muziektent, bruggen, schommels, wippplanken, banken en tafels).xxxiii

Een van de thans nog meest sprekende ontwerpen van Moll is dat Parkgebouw in het Enschedese Volkspark. Helaas is de uitzichttoren bij een bombardement in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. Moll was in 1872 een van de vijf inzenders van ontwerpen voor het te bouwen Parkgebouw en kwam toen als winnaar uit de bus.xxxiv Sinds 1869 deed Moll geregeld mee aan dergelijke prijsvragen, ongeacht de locatie. Hij stuurde zijn ontwerpen van Maastricht tot Heerenveen en van Deventer tot Purmerend. Hoewel Moll als architect werd geroemd, konden diens ingestuurde ontwerpen ook gemaakt zijn door een van zijn medewerkers.

Reeds in 1868 vroeg Moll de hulp in van een opzichter / tekenaar. Er was sprake van een architectenbureau waar jongemannen werden opgeleid in de bouwkunde. Een van die jongemannen was de heer Gerrit Looman (1853-1931)13, aanvankelijk bouwkundig opzichter en laatstelijk ‘chef-de-bureau’ van Moll (1880).xxxv Twee andere leerlingen van Moll waren Jacob van der Goot (1859-1933) en Nicolaas van Kleef (1862-). Zij dienden in 1885, namens hun leermeester Moll, een ontwerp in voor de bouw van een theater in Heerenveen. Uit de 39 ontwerpen kwam het ontwerp uit Hengelo als winnaar uit de bus.xxxvi Het thans nog bestaande Posthuis Theater diende voortaan als societeit en concertzaal van Heerenveen. Mogelijk heeft de tukker Willem Herman Wisselink (1845-1916), leraar en later directeur der H.B.S. te Heerenveen, een sturende stem gehad.

Geen betere reclame dan een tevreden klant

Het is opvallend dat veel familieleden gebruik hebben gemaakt van de Hengelose architect Moll. Zij waren blijkbaar zeer te spreken over zijn werk. Mijn eerste familielid dat gebruik maakte van Moll’s diensten was de Almelose bankier Helmich Ledeboer (1844-1912). Hij liet in 1877 door hem een woonhuis ontwerpen.xxxvii In 1879 liet Helmichs oom Albert J. Blijdenstein (1829-1896) zijn buitenhuis op Het Amelink door Moll verbouwen, alsmede liet hij door hem een geheel nieuwe woning optrekken.xxxviii In 1882 liet Helmichs tante G.B. ‘Diedie’ Stroink-Ledeboer (1820-1912) twee woningen in de Gronauschestraat in Enschede door Moll ontwerpen.14 In 1884 liet Helmichs neef Willem H. Stroink (1852-1933) een woonhuis door Moll ontwerpen. Tegelijkertijd werd hij door Stroinks aangetrouwde neef F.J. ‘Frits’ Jordaan (1835-1907) aan het werk gezet om diens woonhuis aan de markt van Haaksbergen aanzienlijk te verbouwen (d.i. het Notarishoes, waarvan de architectuur tot voor kort – onder een ‘waarschijnlijk’ – abusievelijk werd toegeschreven aan Beltman).xxxix In 1885 werd het woonhuis van Helmichs moeder M.G. ‘Mietje’ Ledeboer-van Heek (1820-1895) aan de Langestraat te Enschede geheel verbouwd onder architectuur van Moll.xl In 1887 werd Moll opnieuw door Frits Jordaan ingeschakeld, ditmaal om een koepel te bouwen op zijn buiten Het Raa bij Haaksbergen.xli Ook zijn broer Willem H. Jordaan (1828-1902) koos in 1887 voor Moll om ‘Het Witte Paard’ aan de markt van Haaksbergen te verbouwen, alsmede diens boerderij op Het Scholtenhagen.xlii In 1888 liet Stroinks neef Willem Stroink Jr. (1853-1911) in Nordhorn door Moll een woning bouwen. Ook voorvader Auke H. ter Horst (1850-1916) uit Rijssen, boezemvriend van de families Ledeboer en Van Heek, liet in 1881 een villa ontwerpen door Moll (het geboortehuis van mijn overgrootmoeder G. ‘Ies’ Jannink-ter Horst aan de Huttenwal te Rijssen).xliii Moll werkte graag in eclectische stijl; het combineren van elementen uit verschillende stijlen of stromingen. Helaas hebben de meeste huizen in de loop der tijd het veld moeten ruimen.

Moll hield geen persoonlijk toezicht op de bouw van de huizen, daarvoor had hij bouwkundig opzichters in dienst. Zij werden zodoende opgeleid tot architect. Het is bekend dat zijn medewerker Nicolaas van Kleef (1862-) in 1884 toezicht hield op de verbouwing van het Notarishoes in Haaksbergen..xliv xlv Bij de verbouwing van Het Witte Paard, de boerderij op het Scholtenhagen en de koepel op Het Raa in 1887 was hoogstwaarschijnlijk de bouwkundig opzichter de heer Cornelis Kruisweg (1868-1952), hij verscheen immers in 1887 tweemaal op de rederijkersavonden van De Vijfhoek in Haaksbergen.xlvi Vanaf 1864 werkten Van der Goot en Kruisweg samen als vaste architecten van o.a. de Koninklijke Weefgoederenfabriek Stork en de Nederlandsche Katoenspinnerij. Zij traden in de voetsporen van hun leermeester Moll. Moll’s andere leerling, Van Kleef, verliet in 1885 Twente en vestigde zich als architect en bouwkundig opzichter in Noord-Holland.xlvii

Moll in ‘t Gooi

Opmerkelijk zijn de twee gebouwen die Moll in ‘t Gooi heeft ontworpen; zo ver van zijn thuisbasis Hengelo! Zijn eerste ontwerp in die regio betrof het hotel Nieuw-Bussum in 1874.xlviii Het dorpje Bussum, wat toen nog zeer weinig voorstelde, kreeg dat jaar een flinke impuls door de opening van het treinstation Naarden-Bussum. Hotel Nieuw-Bussum lag op loopafstand van het treinstation. In 1879 werd het plaatsje bezocht door Jacobus Craandijk en hij voorspelde dat “Nieuw-Bussum een belangrijke aanwinst voor het Gooi [kan worden], want de aanleg is ruim en vrolijk, de huizen zien er goed en aangenaam uit, en het houtgewas wil er ook wel voort, als de eerste kwade jaren voorbij zijn. (…) Over ‘t geheel heeft het dorp een bloeiend en welvarend voorkomen verkregen, vooral sinds de Oosterspoorweg aanleiding gaf tot het verblijf van talrijke families in de zomermaanden en schone beloften heeft nog de toekomst voor het eertijds zo stille en afgelegen Bussum”.xlix

Niet alleen Craandijk had de vooruitziende blik dat het Gooi kon uitgroeien tot een van de meest geliefde woonregio’s van ons land, maar ook de heren P.J. Loman (1826-1888) en J.H. Biegel (1837-1922). Reeds voor de eerste trein überhaupt in Bussum was gestopt, hadden zij daar al veel gronden opgekocht van arme keuterboeren. In 1876 richtten zij de Bouwmaatschappij Nieuw-Bussum op.l Zij stonden aan de voet van de villawijken Het Spiegel en Nassaupark. Met name Nassaupark is voor mij zeer bekend terrein, aangezien ik opgroeide in Naarden en schoolgaande was op het Vituscollege aan de zogenaamde Kom van Biegel. Aan de landschapsarchitect Dirk Wattez (1833-1906) uit Naarden de taak om de eenvoudige, landelijke omgeving om te toveren in een parkachtig landschap.li

In 1872 – twee jaar voor de opening van het treinstation te Bussum en de aanbesteding van hotel Nieuw-Bussum – werkten architect Moll en landschapsarchitect Wattez samen aan het Volkspark te Enschede; Moll was verantwoordelijk voor de bouw van het Parkgebouw en Wattez voor de aanleg van het park.lii Het laat zich raden dat Moll zich door Wattez heeft laten informeren over de veelbelovende plannen van Loman en Biegel voor Nieuw-Bussum…

Hoewel Moll meerdere villa’s in Bussum heeft ontworpen, heb ik op slechts één villa met zekerheid de vinger weten te leggen, te weten De Wartburg aan de Lindelaan 10 in Bussum. Die villa werd in 1878 door Moll ontworpen in opdracht van de heer Jan Christiaan Loman jr. (1825-1897)liii, firmant der stoomdrukkerij Loman, Kirberger en Van Kesteren in Amsterdam.liv Hij was een oudere broer van de voornoemde Bussumse vastgoed-magnaat P.J. Loman.

fa. Moll & Bergsma (1875-1879) en N.V. Hengelosche Houtdraaierij (1879-1914)

Door de gestaag groeiende bevolking van Twente, moest ook het scholenaanbod flink worden uitgebreid. Binnen twintig jaren wist Moll tientallen opdrachten tot bouw of verbouw van scholen binnen te slepen. Zijn scholen werden geprezen vanwege hun doelmatige inrichting.lv Niet verwonderlijk – gezien het grote getal – hebben verschillende scholen van diens hand de monumentenstatus weten te bereiken. Een schoolvoorbeeld is de voormalige MULO-school aan de Oldenzaalsestraat 14 in Hengelo.lvi lvii Vermoedelijk was de meest eervolle schoolopdracht voor Moll de grootschalige verbouwing aan de hoogaangeschreven Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel te Enschede in 1886. Hij werd verantwoordelijk gesteld voor “de verbouwing en bijbouwing der Industrie- en Handelsschool, het bouwen van een gymnastiekgebouw en het maken van meubelen, een en ander ten dienst der Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel te Enschede”lviii. Op 15 oktober 1887 werd het nieuwe gebouw der jubilerende school feestelijk geopend en Moll behoorde uiteraard tot één der genodigden.lix Het officiële diner vond plaats in de concertzaal van de Grote Sociëteit hetwelk door Moll met veel smaak was versierd.lx

Moll werd vaak gevraagd om ook de meubelen te leveren. In 1875 stichtte hij samen met Martinus Bergsma (1836-1891)15 de fa. Moll & Bergsma: een stoomhoutzagerij / fabriek tot machinale houtbewerking in Hengelo.lxi Hun vertegenwoordiger voor Twente en Westfalen was de heer Van den Heuvel Rijnders.16 Het bleek een veelbelovende bedrijfstak te zijn. Althans, een jaar eerder had ook Willem Jacob Stork (1840-1876)17 diens weverij aan de Dinkel bij Denekamp laten verbouwen tot stoomhoutzagerij.lxii In 1876 overleden zowel Moll’s echtgenote Maria Johanna Moll-Hagen (1842-1876) als de fabrikant Willem Jacob Stork (1840-1876). Niet alleen de verkoop van de stoomhoutzagerij in Denekamplxiii en haar inboedellxiv wekte de interesse van Moll, maar tevens de weduwe van Stork, Eveline Willemine Warnaars (1849-1910), wist de jonge weduwnaar te bekoren. Op 18 april 1878 hertrouwde Moll te Losser met de weduwe Eveline Stork-Warnaars.

In 1879 trad de heer Bergsma uit het bedrijf waardoor de firma Moll & Bergsma werd ontbonden. De fabriek werd voortgezet onder de naamloze vennootschap Hengelosche Houtdraaierij. Oprichters waren de heren Jacobus Moll (1844-1914), Charles Theodorus Stork (1822-1895), Dirk Willem Stork (1855-1928) en Coenraad Hendrik Strumphler (1843-1910). Moll werd de directeur maar bleef tegelijkertijd actief als architect. Ook voor zijn opvolgers bleek het directeurschap van de Hengelosche Houtdraaierij slechts een parttime job.

De Hengelosche Houtdraaierij stelde zich ten doel “het zagen, het draaijen en de verdere kunstbewerking van houtsoorten, het drijven van handel daarin en in zoodanige artikelen als daarmede in onmiddellijk verband staan.”lxv De fabriek maakte o.a. houten stoelen voor huis en tuin, veranda, keuken, kantoor, koffiehuizen en wachtkamers.lxvi Daarnaast werden uiteraard ook meubels gemaakt voor scholen. In 1881 werd de collectie van het Nederlandsch Schoolmuseum uitgebreid met een schoolbank van Moll.lxvii



Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 3 september 1881

De fabriek van de Hengelosche Houtdraaierij stond op particuliere grond van Moll (aan de straatweg van Hengelo naar Enschede / Enschedesestraat, in de gemeente Lonneker). Dit bestond uit een stoomhoutdraaijerij en zagerij, met al de daarin en daartoe behorende machineriën en gereedschappen, de annexe woning en gebouwen. Dit was hem toegekomen bij boedelscheiding in 1877.lxviii

Een brand die in maart 1888 ontstond in de machinekamer van de Hengelosche Houtdraaierij, bracht – ondanks het vlotte uitrukken der brandspuiten – forse schade toe aan de fabriek. Gelukkig was de fabriek verzekerd tegen brandschade.lxix De fabriek werd herbouwd aan de Haaksbergerstraat (thans: Industriestraat), doch de daaraan verbonden houtzagerij bleef aan de Enschedesestraat en werd later verkocht aan de heer A.H.M. Wesselink.lxx

In 1889 vertrok Moll uit Hengelo en werd hij als directeur der Hengelosche Houtdraaierij opgevolgd door Hendrik Casper Stork (1857-1934)lxxi, zoon/broer van de voornoemde mede-oprichters C.T. en D.W. Stork. In 1890 telde de firma 62 werklieden.lxxii In 1891 verklaarde H.C. Stork dat de lonen bij de houtdraaierij over het algemeen laag zijn, “niet omdat wij het loon drukken willen, maar omdat wij gedrukt worden. Wij moeten zeer goedkoop werken om te concurreeren.”lxxiii De lonen liepen achter ten opzichte van de machine- en textielfabrieken waardoor veel jonge werknemers de firma verlieten. H.C. Stork verklaarde verder “Voorloopig kunnen wij niet verder gaan omdat de fabriek financieel altijd slecht is gegaan en de overtuiging niet bestaat, dat dit spoedig beter zal worden.” De werklieden konden wel gebruik maken van de verschillende instellingen van de machinefabriek [Gebrs. Stork], zoals leesavonden, bibliotheek, badinrichting, verenigingsgebouw e.d.lxxiv

Ondanks de slechte verwachtingen wist het bedrijf onder leiding van de nieuwe directeur G.J.O.D. Dikkers (1853-1917)18, zwager van H.C. Stork, enigszins te groeien. In 1900 telde de Hengelosche Houtdraaierij 78 werknemerslxxv, echter was de groei van korte duur. In 1914 telde het bedrijf slechts 25 werknemerslxxvi en zal het korte tijd later zijn geliquideerd.

fa. A. Degens & Zoon te Nijmegen, vanaf 1897 N.V. De Nijmeegsche Metaalwerken v/h A. Degens & Zoon

In 1889 gooide Moll het roer compleet om. Hij nam ontslag als directeur van de Hengelosche Houtdraaierij en gooide tegelijkertijd het bijltje neer als architect. De reden van zijn plotse vertrek is mij vooralsnog onbekend. Door de heer Anton Janssen, auteur van het boek L.A. Moll’s ATIM (2010), werd ik gewezen op Moll’s bijbaan als zetter (schatter) van de personele belasting in Hengelo (aanstelling 1888). Mogelijk zijn in die hoedanigheid zaken fout gelopen… Dit verdient echter aanvullend onderzoek.

Tot zijn laatste projecten als architect behoorden de verbouwing van kasteel Nijenhuis in Diepenheim en onderhoudswerken aan de Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel te Enschedelxxvii lxxviii ; niet de minste opdrachtgevers. Desalniettemin verhuisde Moll met zijn gezin en schoonmoeder Hagen-ter Horst in mei 1889 naar Nijmegen (Stokkumstraat 9). In de voorafgaande maand werd door Moll’s leerling-architect en opvolger J. van der Goot ‘een riant en zeer gunstig gelegen woonhuis met 12 kamers en tuin’ te huur aangeboden. Dit betrof vermoedelijk het woonhuis van Moll en zijn schoonmoeder Hagen-ter Horst.  Oude bomen moet men niet verplanten zo blijkt, want op 10 mei 1889 overleed de 83-jarige Jansje Hagen-ter Horst in haar nieuwe woonplaats Nijmegen. Haar aanzienlijke bezit in Hengelo werd vervolgens door Moll verkocht.lxxix

Moll werd door koop eigenaar der firma A. Degens & Zoon te Nijmegen, “fabrikanten en magazijnhouders van insluithaarden in stijl en met tegelbewerking, vulreguleerskachel, califeres, fornuizen, brandkasten, ledikanten en diverse ijzerwerken. Inrichting voor centrale verwarming, gas- en waterleidingen, baden, enz.”. Oprichter der firma was de meester-smid Andreas Degens (ca. 1793-1860). Voornoemde heer Janssen kon mij vertellen dat 95% van de koopsom door de familie Degens als lening (tegen 2,5% rente) werd verstrekt. Aan die situatie kwam in 1897 een einde toen de firma werd omgezet in een naamloze vennootschap, N.V. De Nijmeegsche Metaalwerken v/h A. Degens & Zoon te Nijmegen. Oprichters waren Moll, G.J.O.D. Dikkers (1853-1917), S. Rijnbende (1865-1899) en C.F. Stork (1865-1934). Wat de toedracht van Moll’s vertrek uit Hengelo ook geweest mag zijn, de relaties met de heren Dikkers en Stork uit Hengelo bleken niet bekoeld. Moll werd directeur der nieuwe vennootschap en de heren Dikkers, Rijnbende en C.F. Stork dienden als commissarissen.lxxx De laatste 14 jaren van zijn werkzame leven stond Moll aan het hoofd van het bedrijf dat bekend stond als levenancier van hoogwaardige haarden en kachels.lxxxi

In 1900 verhuisde familie Moll van de Stokkumstraat naar de deftige Regentessestraat 27 in Nijmegen. Daar overleed op 17 februari 1910 zijn echtgenote Eveline Moll-Warnaars op 60-jarige leeftijd. In 1912 werd de N.V. De Nijmeegsche Metaalwerken v/h A. Degens & Zoon geliquideerdlxxxii en vervolgens overgenomen door de heer Van Lohuizen. Op 28 april 1913 verhuisde Moll met zijn ongehuwde dochter Maria Johanna naar Amsterdam (Amstelveenselaan 75). Op 15 juli 1914 is hij met de trein op weg naar Nijmegen als hij in Zeist onwel wordt en de trein verlaat. Kort daarop overleed hij op 70-jarige leeftijd. Hij werd begraven op de begraafplaats Rustoord te Nijmegen.

Verheffing van de middenstand

Op de begrafenis werd Moll geprezen wegens diens inspanningen ter verheffing van de middenstand. Hij was in 1883 oprichter en sindsdien voorzitter van de Ambachtsvereeniging te Hengelo dat ten doel had gesteld“onderlinge samenwerking tot beoefening en ondersteuning van alle ambachten en kunstvakken, die met de bouwkunde in verband staan, ten einde tot meerdere eenheid, kracht en ontwikkeling te geraken, te bereiken door a) het houden van bijeenkomsten tot onderlinge bespreking der belangen van den ambachtsstand en het behandelen van bouwkundige onderwerpen, b) het houden van voordrachten, die de theorie en de practijk der bouwkunst ten onderwerp zullen hebben, zoo ook van bijdragen over verschillende onderwerpen tot veraangenaming der bijeenkomsten, c) het ter lezing rondzenden van weekbladen, tijdschriften en boeken, d) het houden van kunstbeschouwingen, e) het behartigen der belangen van de ambachtslieden en wel in ‘t bijzonder van de ambachtsleerlingen door 1) het bezoek der gewone lagere en teekenscholen te bevorderen en 2) zoo mogelijk alhier een ambachtsschool op te richten.”lxxxiii In 1884 diende hij een verzoek in om “de lokalen der oude dorpsschool [van Hengelo] te zijner tijd disponibel te stellen voor ‘t onderwijs in ‘t hand- en rechtlijnig teekenen en voor het onderwijs in de ambachten.”lxxxiv

Ook in Nijmegen stond hij in 1898 aan de basis van de Nijmeegsche Handelsvereeniging en was hij een van de oprichters van de Nederlandsche Bond van IJzerhandelaren.lxxxv  Ook was hij volgens de heer Janssen een groot pleitbezorger van een Waalbrug, die er pas dertig jaar later zou komen.

In het krantenartikel werd uitgebreid stil gestaan bij diens verdiensten voor Nijmegen, echter werd geen woord gerept over zijn eerdere werkzaamheden als (stads)architect! Zelfs de Twentse kranten gaven geen enkele notie van het overlijden van Moll. Zijn werk was in de schaduw komen te staan van grote architecten als Beltman, Reijgers en Muller en zodoende raakte hij – reeds tijdens zijn leven – in de vergetelheid.

Met dit schrijven hoop ik bij te dragen aan de kennis van zijn werk. Daarnaast verdient hij ruim 100 jaar na zijn overlijden een welverdiende pluim voor zijn werkzaamheden voor met name Hengelo; een gemeente die op dit moment schreeuwt om een nieuwe stadsarchitect!19

Wie wordt de nieuwe Moll?”


Ik houd mij blijvend aanbevolen voor aanvullingen en correcties. Ik ben veel dank verschuldigd aan de heer Anton Janssen en mevrouw Walgemoed-Moll, achterkleindochter van de architect, voor verschillende waardevolle aanvullingen, portretten en correcties!

(foto Jacobus Moll, eig. dhr. A. Janssen)


P
ersonalia:

Jacobus Moll

geboren Vollenhove 20 maart 1844, overleden Zeist 15 juli 1914

zoon van ds. Evert Moll en Antje van Groningen

bouwkundig opzichter in dienst bij stadsarchitect G.D. Niermans te Enschede 1864-1866

(stads)architect te Hengelo 1866-1889
firmant fa. Moll & Bergsma te Hengelo 1875-1879
directeur N.V. Hengelosche Houtdraaierij 1879-1889
firmant A. Degens & Zoon te Nijmegen 1890-1897

directeur N.V. De Nijmeegsche Metaalwerken v/h A. Degens & Zoon 1897-1912

mede-oprichter en voorzitter Ambachtsvereeniging te Hengelo 1883-

mede-oprichter Nijmeegsche Handelsvereeniging 1898-

mede-oprichter Nederlandsche Bond voor IJzerhandelaren

huwde 1e Hengelo 20 mei 1869 met Maria Johanna Hagen (1842-1876), dochter van Lambertus Hagen en Jansje ter Horst.

huwde 2e Losser 18 april 1878 met Eveline Willemine Warnaars (1850-1910), dochter van Hendrik Warnaars en Magteld Elisabeth Floh en weduwe van Willem Jacob Stork

kinderen: Lambertus Anthonius Moll (1871-1937)20, Anna Johanna Moll (1873), Mathilde Elisabeth Moll (1878), Maria Johanna Moll (1882) en Evert Moll (1886) en stiefdochter Johanna Geziena Stork (1875-1925).

(bron: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant 20 juli 1914)

Werkzaamheden J. Moll:

1867

bouw van het Beursgebouw te Hengelolxxxvi (opdrachtgever: N.V. Twentsche Handelssocieteit) (afgebrand 1921) (foto: collectie Museum Hengelo, 2018)

1868:


bouw van het nieuwe raadhuis te Hengelolxxxvii (afgebroken ca. 1963)

Moll vraagt een opzigter, tevens goed tekenaar; verder bestaat bij hem gelegenheid tot plaatsing van een leerling. Vervolgens vraagt hij schetstekeningen van ijzeren kribben voor arbeiderswoningen.lxxxviii

1869

Op het bureau van den architekt J. Moll, te Hengelo (provincie Overijssel), bestaat gelegenheid tot plaatsing van een jongmensch, om zich in de bouwkunde te bekwamen.”

uitgeschreven prijsvraag voor een schouwburg te Deventer. Twaalf ontwerpen binnengekomen. Twee terreinen. Bekroond voor terrein A het ontwerp gemerkt ‘Architectura’ van J. Moll te Hengelo. Voor terrein B C. Bouma te Venlo

1870

bouw van een post- en telegraafkantoor met directeurswoning aan de Markt te Hengelo

ontwerpen van een gemeentewapen voor Hengelo. Het ontwerp van de gemeente-architect werd op 1 april 1870 per Koninklijk Besluit vastgesteld en als volgt omschreven: ‘van lazuur waarover een golvende bande van zilver, het schild ter linkerzijde beladen met een bijenkorf en een bijenzwerm van goud, ter regterzijde met een korenschoof waarin een zeis en een dorsvlegel, alles van goud.” De verdeling stelt de beek voor die door de stad stroomt, terwijl de bijenkorf en korenschoof de belangrijke middelen van bestaan uitbeelden.lxxxix

1871

Moll won een premie ad f 75,- voor een ontwerp voor een onderwijzerswoning te Baarn.xc

Moll is te Purmerend de prijs toegekend bij een uitgeschrevene prijsvraag voor een school- en onderwijzerswoning aldaar.xci

1872

vergroting van het dorpsschoolgebouw te Hengelo.xcii

bouw van een schoolgebouw, in drie lokalen voor tezamen 300 kinderen, te Wierden.xciii

bouw van een pastorie der Hervormde Gemeente te Hengeloxciv

1873

bouw van een woonhuis te Nordhornxcv (opdrachtgever: Derk van Delden 1839-1897, textielfabrikant en burgemeester van Nordhorn)


(foto: beeldbank Enschede)
bouw van een restauratie met kasteleinswoning en verder toebehoren, zomede muziektent, bruggen, schommels, wipplanken, banken, tafels, enz. ten dienst van het Volkspark te Enschedexcvi (verbouwingen 1878 en 1881/1882. De toen gebouwde uitzichttoren is in 1943 door een bombardement vernield).xcvii (opdrachtgever: erven Hendrik Jan van Heek 1814-1872)


verbouwing van het gemeentehuis te Stad-Deldenxcviii (ter vervanging van het voormalige stadhuis van Delden uit 1738. In 1906 kreeg het eenlaags pand een verdieping. Als raadhuis van Ambt-Delden diende het tot 1936. Sinds omstreeks 1980 is het in gebruik als zoutmuseum.xcix. Adres: Langestraat 30, Delden)


bouw van een post- en telegraafkantoor met directeurswoning te Oldenzaalc (Adres: St. Plechelmusplein 6)ci

1874


(foto: Historische Kring Bussum)
bouw logement ‘Nieuw-Bussum’ te Bussumciiciiiciv cv cvi (sluiting 1938, afgebroken 1941)cvii

bouw van schoolgebouw met toebehoren voor 286 kinderen te Diepenheimcviii

bouw van woonhuis met toebehoren te Bussumcix (locatie onbekend)

bouw van een ziekenhuis met toebehoren, geschikt voor acht zieken cx

belangrijke verbouwing en herstelling van het schoolgebouw met bijgebouwen en meubelen te Lossercxi

1875

bouw van een gebouw waarin kantoren, magazijnen etc. aan de Stationsweg te Bornecxii (opdrachtgever: fa. S.J. Spanjaard. Adres: Stationsstraat 11)cxiii

1876

bouw van vijftien aaneengebouwde arbeiderswoningen in de nabijheid van het stationsgebouw te Bornecxiv (opdrachtgever: fa. S.J. Spanjaard)

bouw van twee aaneengebouwde woningen aan de Stationsweg te Bornecxv (opdrachtever: D.J. Spanjaard)


bouw van een woonhuis te Dedemsvaartcxvi (opdrachtgever: vervener Berends. De eerste steen werd gelegd op 4 april 1877. De villa diende 80 jaar als gemeentehuiscxvii. Adres:Moerheimstraat 144. Eclectische stijl)

1877


bouw van verschillende aaneengebouwde woonhuizen op een terrein gelegen tussen het Beursgebouw en de tuin van de weduwe Ten Cate.cxviii (opdrachtgever: de Hengelosche Bouwvereeniging. Adres: Beursstraat 3-11 te Hengelo)


bouw van een post- en telegraafkantoor met directeurswoning, de verplaatsing van het monument, de bestrating van een gedeelte marktplein, enz. te Dedemsvaartcxix (Adres: Markt 1a. Eclectische stijl. Het heeft op de hoek een afgeschuinde ingangspartij en aan de voorzijde een middenrisaliet met gepleisterde vensteromlijstingen.)cxx

bouw van een woonhuis te Almelocxxi (opdrachtgever: Helmich Ledeboer 1844-1912, bankier te Almelo)

bouw van een schoolgebouw in twee lokalen en verder toebehoren in de buurtschap Notter, gemeente Wierdencxxii

bouw van 29 arbeiderswoningen op een terrein aan de Oldenzaalschen Straatweg te Hengelo. (opdrachtgever: de Hengelosche Arbeiderswoningen-Maatschappij)

1878

bouw van een gebouw, ingericht voor kantoren, wachtplaats, portierskamer, enz. voor de Nederlandsche Katoenspinnerij te Hengelocxxiii

bouw van een schoolgebouw in vier localen met onderwijzerswoning te Hengelocxxiv


bouw van een villa te Bussumcxxv (opdrachtgever: Jan Christiaan Loman Jr. 1825-1897cxxvi.Adres: Lindelaan 10)

bouw van een turfbiquetfabriek voor de firma Machinale Turfbiquet-Maatschappij te Leeuwarden, op een terrein te Vroomshoop, gem. Hardenberg

de architect J. Moll, te Hengelo (O.), vraagt een bouwkundig opzichter.cxxvii

1879

bouw van een woonhuis in het zogenaamde Spiegel te Bussumcxxviii

bouw een pastorie gelegen bij de Hervormde Kerk te Entercxxix

bouw van een bergplaats voor katoen, een kolenloods en elf gebouwtjes waarin tezamen 38 schuurtjes en enige riolering ten dienst der arbeiderswoningen van de Nederlandsche Katoenspinnerij

enige bijbouwing en verbouwingen ten dienste der machinefabriek Gebrs. Stork & Co te Hengelocxxx


bouw van een woonhuis te Hengelo (opdrachtgever: Willem Hulshoff Pol 1845-1923, firmant Hengelosche Bontweverij te Hengelo.21) (Adres: Beursstraat 2. Dit is het voormalige hotel Deters).


Het verbouwen van ‘t huis Het Amelink te Lonneker, zomede het bouwen van een woning (opdrachtgever: Albert Jan Blijdenstein 1829-1896, firmant Blijdenstein & Co te Enschede)

bouw van een school in vijf lokalen voor tezamen 230 kinderen te Denekampcxxxi (3 maart 1881 werd het nieuwe schoolgebouw feestelijk geopend. “Aan de heer J. Moll, architect te Hengelo, die het plan dezer school ontwierp en onder wiens leiding het werk voltooide, werd door enige sprekers een woord van hulde en dank gebracht voor dit in alle opzichten doelmatig ingericht gebouw.”cxxxii

1880

bouw van een fabrieksgebouw op een terrein gelegen aan de Langelerdijk te Hengelocxxxiii (opdrachtgever: fa. G. Dikkers & Co / G.J.O.D. Dikkers 1853-1917, de latere directeur van de Hengelosche Houtdraaierij)

bouw van een schoolgebouw in drie localen op een terrein nabij de gymnastiekschool te Hengelocxxxiv (opdrachtgever: H. van Raalten)

bouw van een schoolgebouw voor 240 kinderen te Geesterencxxxv

bouw van een woonhuis te Hengelocxxxvi (opdrachtgever: H. Wilmink. Adres: Beekstraat 51. Neoclassistische stijlcxxxvii)

verbouwing van het woonhuis te Hengelocxxxviii (opdrachtgever: Hendrik Jan Ekker 1830-1896, firmant C.T. Stork & Co en Gebrs. Stork & Co)

bouw van een woonhuis te Hengelocxxxix (opdrachtgever: Hendrik Herman Santman 1844-192222, chef verkoopafdeling C.T. Stork & Co)

verbouwing van een huis tot woonhuis te Deldencxl (opdrachtgever: Gebrs. Bloemen)


bouwen van een schoolgebouw in 6 lokalen, zomede onderwijzerswoning, op een terrein gelegen aan de Oldenzaalschen Straatweg te Hengelocxli (Adres: Oldenzaalsestraat 14. In 1889 volgde een aanbouw en in 1895 werd het met twee lokalen uitgebreid naar plannen van J. Haarhendriks. Dit is de monumentale, voormalige MULO-school.)cxlii

Prijsvraag uitgeschreven door de spaarbank te Nijmegen voor het bouwen van woningen voor handwerkslieden. Het ontwerp van Moll, onder het motto ‘Help yourself’, won de eerste prijs (200 gulden).

1881

vergroting van het restauratiegebouw in het Volkspark te Enschedecxliii


bouw van een woonhuis te Oldenzaalcxliv (opdrachtgever: Christiaan Mauritz Gelderman 1841-1888, firmant H.P. Gelderman & Zonen. In 1927 volgde een verbouwing. Adres: villa De Haer)cxlv


bouw van een woonhuis te Rijssencxlvi (opdrachtgever: Auke Hayo ter Horst 1850-1916, firmant Ter Horst & Co. Locatie: Huttenwal, inmiddels afgebroken)

enige bouwwerken en gaskuipcxlvii (opdrachtgever: Winterswijkse Gasfabriek)

bouw van een schoolgebouw in 3 lokalen voor tezamen 112 kinderen met meubelering te Deurningen.cxlviii

Prijsvraag uitgeschreven door de Grote Societeit te Gorinchem betreffende het bouwen van een nieuw societeitsgebouw. De prijs werd gewonnen door Moll.cxlix

Bij de architect J. Moll te Hengelo (O.) bestaat thans weder gelegenheid tot plaatsing van een jongmensch als volontair.cl

De architect J. Moll vraagt om dadelijk in dienst te treden, een bouwkundige om als opzichter of uitvoerder te fungeren. Alleen zij, die ondervinding hebben, in dergelijke betrekkingen, zijn werkzaam geweest en bewijzen van bekwaamheid kunnen overleggen, komen in aanmerking, salaris naar bekwaamheid.cli

1882


bouw van twee aaneengebouwde woonhuizen te Enschede.clii (opdrachtgever: Geertruid Bernhardina Stroink-Ledeboer 1820-1912, locatie: Gronauschestraat 9 en 11, inmiddels afgebroken. Daar woonden de gezinnen Udink ten Cate-Stroink en Stroink-Warnaars).

bouw van drie woningen aan de Molenweg te Hengelo (opdrachtgever: Gebrs. M. en A. Scholten)

bouw van een schoolgebouw in vier lokalen en een onderwijzerswoning in het Westeinde gemeente Vriezenveencliii

enige bijbouwing en verbouwing aan de onderwijzerswoning te Tubbergencliv

een belangrijke vergroting der gieterij van de Gebrs. Stork & Co te Hengeloclv

bouw van twee nieuwe scholen, een in het dorp Markelo en in de buurtschap Elsen, alsmede het vergroten der school in de buurtschap kerspel Goor, alles gelegen onder de gemeente Markeloclvi

bouw van een woonhuis te Oldenzaal (opdrachtgever: Hermannus Johannes Hendrikus Engbers, leerlooier)

bouw van een woonhuis met schuurtje te Neede (opdrachtgever: Hendrik Bernard ten Hoopen 1842-1897, fabrikant)

enige verbouwing en bijbouwing aan een woonhuis in de Pastoriestraat te Hengeloclvii (opdrachtgevers: de dames Reudink)

vaste banken voor 1200 zitplaatsen en 100 vaste tafels ten dienste van het Volkspark te Enschedeclviii

timmerlieden gevraagd. Adres in persoon bij J. Moll, architect te Hengeloclix

bouw van vijf aaneengebouwde woonhuizen op een terrein aan de Molendijk te Hengelo (opdrachtgever: Hengelosche Bouw-Vereeniging)

J. Moll vraagt om dadelijk in dienst te treden een OPZICHTER. Alleen zij, van goede getuigschriften voorzien, komen in aanmerking.clx

1883

bouw van een kerk met badkamer en schoolgebouw te Hengelo (opdrachtgever: de Ned. Israelitische Gemeente)

verbouwen van het kerkgebouw te Hengeloclxi (opdrachtgever: de Doopsgezinde Gemeente)

een Societeitsgebouw te Gronauclxii

bouw van een woonhuis te Hengelo (opdrachtgever: verm. C.W.W. Dinckgreve)clxiii

1884


een belangrijke verbouwing te Haaksbergenclxiv (opdrachtgever: Frederik Johan Jordaan 1835-1907, firmant D. Jordaan & Zonen)

bouw van een woonhuis te Enschedeclxv (opdrachtgever: Willem Helmich Stroink 1852-1933, firmant Stroink & Co)

bouw van een schoolgebouw in twee lokalen te Vasse (Tubbergen)clxvi

verbouwing van een schoolgebouw te Langeveen (Tubbergen)clxvii

verbouwing aan het schoolgebouw te Tubbergenclxviii

bouw van een schoolgebouw in 10 lokalen en onderwijzerswoning op een terrein gelegen aan de School- en Veldbleekstraat te Hengeloclxix

bijbouwen van 3 lokalen met toebehoren aan het schoolgebouw aan de Haaksbergerstraat te Hengelo.clxx

bouw van een fabrieksgebouw (groot 44 bij 8 meter, hoog 3 verdiepingen) en zestien arbeiderswoningenclxxi (opdrachtgever: Twentsche Bontweverij)

bouw van zes woonhuizen van twee verdiepingen, gelegen aan de weg naar het Volkspark te Enschedeclxxii


bouw van een woonhuis te Enschedeclxxiii (opdrachtgever: Hendrik Johannes Selkers ca. 1841-1914, fabrikant. Adres: vermoedelijk Hengelosestraat 46)

bouw van een tweede verdieping op een der bijgebouwen van de spinnerijclxxiv (opdrachtgever: Nederlandsche Katoenspinnerij)

bouw van twee woonhuizen op een terrein gelegen in de Dorpsmaat te Hengeloclxxv (opdrachtgever: H. Kuitink)

1885

verbouwing Doopsgezinde pastorie te Borneclxxvi

bouw van een tweede verdieping enz. op een woonhuis in de Gronauschestraat te Enschedeclxxvii (opdrachtgever: Hermanus Gerhardus Elderink 1849-1923, fabrikant. Locatie: Gronauschestraat 15, inmiddels afgebroken)

bouw van een woonhuis te Hengeloclxxviii (opdrachtgever: L. Santman)

maken van een gebouw, bestemd voor modellen-bewaarplaats te Hengeloclxxix (opdrachtgever: Gebrs. Stork & Co)

bouw van een schoolgebouw in zes lokalen en twee tekenlokalen incl. de meubelen en verder toebehoren, een schoolgebouwin zes lokalen met de meubelen en toebehoren en twee onderwijzerswoningen te Enschede.clxxx


het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een concertzaal, societeit, koffiehuis, kasteleinswoning, stalling enz. te Heerenveenclxxxi (opdrachtgever: N.V. tot Exploitaite van het Posthuis, Adres: Fok 78)

bouw van een tweede verdieping enz. op een woonhuis in de Langestraat te Enschedeclxxxii (opdrachtgever: Maria Geertruid Ledeboer-van Heek 1820-1895) (Adres: vermoedelijk Langestraat 28,  inmiddels afgebroken)

bouw van drie woningen op een terrein gelegen aan de Molenstraat te Hengelo (opdrachtgever: de Algemeene Armenbus)clxxxiii

bouw van een schoolgebouw en onderwijzerswoning te Manderveen, glas- en waterdicht en meubelen voor in school.clxxxiv

bouw van een onderwijzerswoning te Harbrinkhoekclxxxv

verbouwing van het post- en telegraafkantoor met directeurswoning te Oldenzaalclxxxvi

verbouwing schoolgebouw te Reutum en het maken van schoolmeubelen voor de school aldaarclxxxvii

bouw van een schoollokaal met toebehoren aan het schoolgebouw in de Schoolstraat te Hengeloclxxxviii (opdrachtgever: Van Raalten)

bouw van drie woningen aan de Telgensteeg te Hengeloclxxxix (opdrachtgever: De Algemeene Armenbus)

bouw van een magazijn op een terrein aan de Brink- en Spoorstraat te Hengelocxc (opdrachtgever: Johan Friesendorp)

bouw van twee blokken elk van drie woningen op een terrein gelegen bij de Oldenzaalschen Straatweg te Hengelo (opdrachtgever: de heer Blenken)

een belangrijke verbouwing en bijbouwing aan een woonhuis te Tubbergencxci (opdrachtgever:H.H. Holtel Essink, manufacturier te Tubbergen)

bouw van een woonhuis van twee verdiepingen op een terrein gelegen aan de Drienerstraat te Hengelocxcii (opdrachtgever: J. Vestdijk)

1886

bouw van drie lokalen enz. met inbegrip van meubelering aan het schoolgebouw aan de Oldenzaalsestraat te Hengelocxciii


het afbreken van een woonhuis en het aldaar bouwen van een schoolgebouw, in zes lokalen, met meubilering en verder toebehoren, op een terrein gelegen aan het kerkhof bij de R.K. Kerk te Oldenzaal.cxciv (Adres: St. Plechelmusplein 5. Eclectische stijl)cxcv

bouw van een tweede verdieping op een woonhuis te Hengelocxcvi (opdrachtgever: Hendrik Hulshoff Pol 1843-1927, fabrikant)

bouw van een woonhuis met koetshuis op een terrein gelegen aan de Utrechtsche Straatweg te Amersfoortcxcvii (opdrachtgever: mr. Antonius Stheeman 1838-1921, griffier kantongerecht Amersfoort)

bouw van een schoolgebouw en meubelen te Weerselo.cxcviii

enige bij- en verbouwing aan een woonhuis te Deldencxcix (opdrachtgever: Marinus Gewin 1839-1911, geneesheer te Delden)

bouw van een schoolgebouw in twee lokalen met schoolbanken te Rossum, Volthe.cc

bouw van een schoolgebouw in twee lokalen met schoolbanken te Hasselocci.

levering van 20 schoolbanken te Lemseloccii

bouwen van een koetshuis met stalling en twee woningen op het buitengoed ‘Het Wooldrik’ nabij Enschedecciii (opdrachtgever: mr. Hendrik ter Kuile 1830-1893, kantonrechter te Enschede)

verbouwing en bijbouwing der Industrie- en Handelsschool, het bouwen van een gymnastiekgebouw en het maken van meubelen (opdrachtgever: de Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel te Enschede)cciv

bouw van vier woningen op een terrein gelegen tegenover de nieuw gebouwde woningen van de heren Blenken aan de zogenaamde Kleine Dennenboschweg te Hengeloccv (opdrachtgever: H.T. Arends)

maken van een nieuwe bekapping met daarbij behorende werken op Huize Diepenheimccvi (opdrachtgever: fam. Schimmelpenninck)

1887

bouwen van een woonhuis en het bouwen van twee woningen op terrein gelegen aan de Oldenzaalsche Straatweg te Hengelo iov de heren Blenkenccvii

verbouwing van kantoren te Hengeloccviii (opdrachtgever: fa. C.T. Stork & Co)

bouwen van een pakhuis met pak- en weegkamer zomede haspelzaal en de vergroting der magazijnen met toebehoren te Hengeloccix (opdrachtgever: Nederlandsche Katoenspinnerij)

bouwen van een schoolgebouw in een lokaal te Fleringen (Tubbergen)ccx

verbouwing van het schoolgebouw in twee lokalen te Albergenccxi

enige verbouwingen aan het schoolgebouw te Harbrinkhoekccxii

het maken van 102 stuks twee-persoons schoolbankenccxiii

bouw van magazijn, stalling, wagenhuis, bijgebouw enz.ccxiv (opdrachtgever: John Tattersall 1850-1937, fabrikant te Enschede)

verbouwing van huize Het Witte Paard te Haaksbergenccxv (opdrachtgever: Willem Hendrik Jordaan 1828-1902, firmant D. Jordaan & Zonen)

enige verbouwing aan een boerenhuis op het Scholtenhagen te Haaksbergenccxvi (opdrachtgever: Willem Hendrik Jordaan 1828-1902)


bouw van een koepel met toebehoren op landgoed Het Raa te Haaksbergenccxvii (opdrachtgever: Frederik Johan Jordaan 1835-1907, firmant D. Jordaan & Zonen)

bouw van een woonhuis op een terrein gelegen aan de Stationsweg te Deldenccxviii (opdrachtgever: mej. J. ter Horst, vermoedelijk Gerridina Janna ter Horst 1846-1927)

bouw van een woonhuis aan de Oldenzaalsche Straatweg te Hengeloccxix (opdrachtgever: H. Krabbe)

bouw van een woonhuis met toebehoren op een terrein aan de Bornschen Straatweg te Hengeloccxx (opdrachtgever: Carel Lodewijk Zehender Traus 1846-1938, directeur Twentsche Bontweverij)

bouwen van een woonhuis te Hengelo op terrein gelegen aan de Bornschen Straatwegccxxi (opdrachtgever: W. Overweg)

verbouwing van het schoolgebouw in de buurtschap Beuningen (te Denekamp?)ccxxii

bouw van een tuinkamer aan een woonhuis te Enschedeccxxiii (opdrachtgever: Gerrit Jan van Heek 1837-1915. Adres: Oude Markt 26)

verbouwing van een gedeelte der oude dorpsschool te Hengeloccxxiv

verbouwing en bijbouwing aan het schoolgebouw te Wierdenccxxv

bouw van een schoolgebouw in een lokaal te Hooge Hexelccxxvi

bouw van een woonhuis met schuur op een terrein gelegen aan de Langelermaatweg te Hengelo (opdrachtgever: F. van Wezel)

bouw van twee herenhuizen met toebehoren aan de Enschedeschen Straatweg te Hengeloccxxvii

bouw van een kantoorgebouw met toebehoren te Nijverdalccxxviii (opdrachtgever: Koninklijke Stoomweverij)

1888

bouw van een woonhuis met winkel op een terrein gelegen in de Nieuwstraat te Hengelo ccxxix

bouw van een woonhuis met toebehoren op een terrein gelegen aan de Bentheimer Straatweg te Nordhornccxxx (opdrachtgever: Willem Stroink Jr. 1853-1911, firmant Stroink & Co. Adres: vermoedelijk ‘Haus Schlieper’, hoek Vollinkhof en Bahnhofstrasse)ccxxxi

een belangrijke bijbouwing en verbouwing aan het gebouw met toebehoren, lees: het Beursgebouw te Hengelo (opdrachtgever: de Twentsche Handelssocieteit)

bouw van drie woningen met toebehoren aan de zg. Dennenboschweg te Hengeloccxxxii (opdrachtgever: H.T. Arends)

bouw van een woonhuis aan de Parkweg te Hengeloccxxxiii (opdrachtgever: A. Blenken)

een zeer belangrijke verbouwing en bijbouwing met verdere werken aan het Huis Nijenhuis te Diepenheimccxxxiv (opdrachtgever: fam. Schimmelpenninck). Hij werkte bij dit project samen met landschapsarchitect Hugo Poortman)

bouw van twee aaneengebouwde woonhuizen in de Schoolstraat te Hengeloccxxxv (opdrachtgever: J.M. Lindeman)

1889

een aanmerkelijk schilderwerk en aanmerkelijk stukadoorswerkccxxxvi (opdrachtgever: Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel te Enschede)

1Dr. Evert Moll was een studiegenoot van ds. Nicolaas Jannink (1813-1902)

2Aangetrouwde neef van Derk Jordaan (1781-1876)

3Hij was afkomstig uit Lonneker, alwaar hij sinds 12 juni 1864 woonde.

4Vermoedelijk opgericht door Andreas Degens (ca. 1793-1860)

5Mede-investeerders waren de heren G.J.O.D. Dikkers, S. Rijnbende, C.F. Stork, J.E. Stork, A. Warnaars en mr. P.E. Beelaerts van Emmichoven. Eerste commissarissen waren de heren G.J.O.D. Dikkers, S. Rijnbende en C.F. Stork.

6Rudolf Adriaan de Monchy (Rotterdam 1841 – Hengelo 1913), overgrootvader van mevr. D.M. Jordaan-de Monchy.

7De familie Jordaan was in de twintigste eeuw aandeelhouder van de naamloze vennootschappen Fabriek van Electrische Apparaten v/h F. Hazemeyer & Co en Hazemeyer’s fabriek van signaalapparaten te Hengelo. D.B.H. Jordaan (1854-1925) en zijn oudste zoon J.G.H. Jordaan (1888-1951) volgden elkaar op als commissarissen.

8Dominee H.M. Bruna (1840-1906) was een zwager van Jacoba Jacomina Elisabeth Sinnighe Damsté (1852-1941). Deze dame was binnen onze familie bekend als ‘tante Toosje’, zijnde sinds 1891 gezelschapsdame van voormoeder G.G. Roessingh-Kosters (1824-1904). Na het overlijden van voormoeder Roessingh-Kosters in 1904 kreeg de ongehuwde tante Toosje het vruchtgebruik over 14.000 gulden toegewezen, welk erfdeel daardoor pas in 1941 (gedeeltelijk) toekwam aan de erven G.B. Jordaan-Stroink.

9Willem Hulshoff Pol (1845-1923) was gehuwd met Frederika Johanna ter Horst (1847-1909), een dochter van geneesheer Abraham ter Horst en Jeanette Jordaan.

10Het woonhuis van Hendrik Hulshoff Pol werd in 1886 uitgebreid met een tweede verdieping. De aanbesteding vond plaats in het Beursgebouw.

11Hendrik Jan Ekker (1830-1896) was zwager en compagnon van C.T. Stork en J.E. Stork.

12Hendrik Herman Santman (1844-1922), chef verkoopafdeling van de Koninklijke Weefgoederenfabriek v/h Stork & Co te Hengelo. Hij was een oudoom van mevr. E.R. Aalders-Santman.

13Gerrit Looman (Deventer 1853 – Velp 1931) was sinds 1874 bouwkundig opzichter en laatstelijk chef-de-bureau van de heer Moll. In 1880 werd hij benoemd tot hoofdopzichter bij de gemeentewerken te Leiden. In 1888 werd hij benoemd tot stadsarchitect te Alkmaar. Hij was gehuwd met Cornelia Eigeman.

14Zij verhuurde de huizen aan resp. haar dochter F.A. Udink ten Cate-Stroink (1851-1922) en zoon A. ‘Bram’ Stroink (1845-1899). Zelf woonde zij aan de overkant van de straat in nr. 10.

15Martinus Bergsma, geboren Idaard 14 maart 1836, kassier te Hengelo (Ov.), overleden aldaar 23 januari 1891. Hij was een oom van Edo Johannes Bergsma (1862-1948), burgemeester van Enschede 1896-1932.

16Matthias Adriaan Willem van den Heuvel Rijnders (ca. 1843-1903), agent der fa. Moll & Bergsma voor Enschede, Lonneker, Oldenzaal, Haaksbergen, Neede, Gronau, Nordhorn, enz. Hij werd later directeur der Enschedesche Telephoon-Maatschappij.

17De vader van Willem Jacob Stork (1840-1876) was een volle neef van de fabrikanten Charles Theodorus Stork en Jurriaan Engelbert Stork (de oprichters van o.a. de machinefabriek Gebrs. Stork & Co)

18Hij was een volle neef van voormoeder Thalia Gerharda ter Horst-Engberts (1854-1911)

19Richtende op het lelijke centrum van Hengelo.

20L.A. Moll was een van de pioniers op het gebied van het automobilisme in Nederland. Hij was oprichter en directeur der bekende autohandel N.V. L.A. Moll’s A.T.I.M. Tot de vaste klanten behoorden o.a. overgrootvaders J.G.H. Jordaan (1888-1951) en H.J. Jannink (1881-1959).

21Willem Hulshoff Pol was een schoonzoon van Jeanette ter Horst-Jordaan (1814-1891)

22Oudoom van mevr. E.R. Aalders-Santman

iBevolkingsregister Enschede, 003-374

iiSj. Groeneman, “Hengelo (O.), van dorp tot stad” (http://rjh.ub.rug.nl/MenM/article/view/14551/12056, 2018)

iiiSj. Groeneman, “Hengelo (O.), van dorp tot stad” (http://rjh.ub.rug.nl/MenM/article/view/14551/12056, 2018)

ivArnhemsche Courant 29 april 1867

vProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 3 februari 1868

viNederlandsche Staatscourant, 5 oktober 1866

viiNederlandsche Staatscourant, 5 oktober 1866

viii“Geillustreerde gids voor Twente; een wandeling door Hengelo”, 1912 (http://overijssel1880-1930.blogspot.co.za/2013/01/geillustreerde-gids-voor-twente-1912_22.html, 2018)

x“Geillustreerde gids voor Twente; een wandeling door Hengelo”, 1912 (http://overijssel1880-1930.blogspot.co.za/2013/01/geillustreerde-gids-voor-twente-1912_22.html, 2018)

xiViator (H.M. Bruna), “In en om Hengeloo, Borne en Delden”, 1897 (http://overijssel1880-1930.blogspot.co.za/2009/07/, 2018)

xiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 10 augustus 1877

xiiiViator (H.M. Bruna), “In en om Hengeloo, Borne en Delden”, 1897 (http://overijssel1880-1930.blogspot.co.za/2009/07/, 2018)

xivTubantia, 13 februari 1886

xv“Geillustreerde gids voor Twente; een wandeling door Hengelo”, 1912 (http://overijssel1880-1930.blogspot.co.za/2013/01/geillustreerde-gids-voor-twente-1912_22.html, 2018)

xviViator (H.M. Bruna), “In en om Hengeloo, Borne en Delden”, 1897 (http://overijssel1880-1930.blogspot.co.za/2009/07/, 2018)

xviiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 3 februari 1868

xixProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 16 mei 1872

xxProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 21 oktober 1872

xxiiTubantia, 1 november 1882

xxiiiTubantia, 24 november 1877

xxivTubantia, 16 juni 1880

xxvTubantia, 6 juni 1907

xxviiTubantia 9 februari 1878

xxviiiTubantia 16 juli 1879

xxixTubantia 7 april 1880

xxxTubantia 13 mei 1882

xxxiTubantia 3 mei 1884

xxxiiTubantia 13 mei 1885

xxxiiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 14 januari 1873

xxxivEnschedesche Courant, 29 september 1872

xxxvProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 3 december 1880

xxxviProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 6 mei 1885

xxxviiTubantia 21 juli 1877

xxxviiiHet nieuws van den dag 30 april 1879

xxxixTubantia 9 januari 1884

xlTubantia 30 mei 1885

xliTubantia 16 april 1887

xliiTubantia 16 april 1887

xliiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 15 juni 1881

xlviNotulenboek De Vijfhoek, 1866-1916 (familiearchief Jordaan)

xlviiiAlgemeen Handelsblad 24 november 1874

xlixJ. Craandijk, “Wandelingen door Nederland met pen en potlood, deel 4”, 1879 (http://www.dbnl.org/tekst/craa001wand04_01/craa001wand04_01_0007.php, 2018)

liR. Bijen en J.E. Lamme, “Het Boombergpark te Hilversum”, 2005 (https://books.google.co.za/books?id=y0zVgNDpsFgC&dq=%22villa+nassau%22+biegel&hl=nl&source=gbs_navlinks_s, 2018)

liiTubantia, 9 maart 1872

liiiNederlandsche Staatscourant, 12 januari 1866

livHet nieuws van den dag, 28 maart 1878

lvTubantia 5 maart 1881

lviTubantia 20 oktober 1880

lvii J. ten Hove e.a., “Monumenten in Overijssel” (1998) (http://www.dbnl.org/tekst/sten009monu03_01/sten009monu03_01_0051.php, 2017)

lviiiTubantia 20 oktober 1886

lixTubantia 21 september 1887

lxProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 17 oktober 1887

lxiTubantia 4 september 1875

lxiiTubantia 2 mei 1874

lxiiiHet nieuws van den dag 2 december 1876

lxivTubantia 24 maart 1877

lxvNederlandsche Staatscourant, 3 september 1879

lxviHaarlem’s Dagblad, 4 juni 1884

lxviiHet nieuws van den dag 20 juli 1881

lxviiiNederlandsche Staatscourant 3 september 1879

lxixTubantia 24 maart 1888

lxxiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 21 juni 1890

lxxiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 21 juni 1890

lxxiiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 18 maart 1891

lxxivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 18 maart 1891

lxxvProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 juli 1900

lxxviTwentsch Dagblad Tubantia, 18 augustus 1914

lxxviiTubantia 5 december 1888

lxxviiiTubantia 12 januari 1889

lxxixTubantia 7 september 1889

lxxxNederlandsche Staatscourant, 5 november 1897

lxxxiProvinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant 14 september 1910

lxxxiiProvinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant 19 mei 1912

lxxxiiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 28 november 1883

lxxxivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 16 juni 1884

lxxxvProvinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant 20 juli 1914

lxxxviArnhemsche Courant 29 april 1867

lxxxviiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 3 februari 1868

lxxxviiiAlgemeen Handelsblad 4 mei 1868

xcProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 16 mei 1871

xciProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 15 augustus 1871

xciiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 16 mei 1872

xciiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 14 augustus 1872

xcivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 21 oktober 1872

xcvProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 23 januari 1873

xcviProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 14 januari 1873

xcviiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 17 april 1873

cProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 10 juli 1873

ciiAlgemeen Handelsblad 24 november 1874

ciiiDe Gooi- en Eemlander 27 juni 1874

civOpregte Haarlemsche Courant 14 april 1869

cvDe Gooi- en Eemlander 28 november 1874

cviHet nieuws van den dag 17 juli 1875

cviihttp://www.tgooi.info/dudok/bussum_parkflats.php

cviiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 26 maart 1874

cixAlgemeen Handelsblad 28 juni 1874

cxProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 27 augustus 1874

cxiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 29 augustus 1874

cxiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 28 augustus 1875

cxivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 13 april 1876

cxvProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 13 april 1876

cxviProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 8 december 1876

cxviiiTubantia 11 augustus 1877

cxixProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 9 april 1877

cxxiTubantia 21 juli 1877

cxxiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 24 juli 1877

cxxiiiTubantia 9 februari 1878

cxxivTubantia 23 februari 1878

cxxvDe Gooi- en Eemlander 13 april 1878

cxxviHet nieuws van den dag, 28 maart 1878

cxxviiHet nieuws van den dag 11 februari 1878

cxxviiiHet nieuws van den dag 30 april 1879

cxxixProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 14 februari 1879

cxxxTubantia 16 juli 1879

cxxxiTubantia 29 november 1879

cxxxiiTubantia 5 maart 1881

cxxxiiiTubantia 7 april 1880

cxxxivTubantia 7 april 1880

cxxxvProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 28 juni 1880

cxxxvi J. ten Hove e.a., “Monumenten in Overijssel” (1998) (http://www.dbnl.org/tekst/sten009monu03_01/sten009monu03_01_0051.php, 2017)

cxxxviiiTubantia 30 juni 1880

cxxxixTubantia 30 juni 1880

cxlTubantia 9 oktober 1880

cxliTubantia 20 oktober 1880

cxlii J. ten Hove e.a., “Monumenten in Overijssel” (1998) (http://www.dbnl.org/tekst/sten009monu03_01/sten009monu03_01_0051.php, 2017)

cxliiiTubantia 10 september 1881

cxlivTubantia 8 juni 1881

cxlviProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 15 juni 1881

cxlviiDe Graafschap-bode 28 mei 1881

cxlviiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 26 november 1881

cxlixProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 22 maart 1881

clHet nieuws van den dag 12 januari 1881

cliHet nieuws van den dag 6 augustus 1881

cliiTubantia 18 januari 1882

cliiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 6 december 1882

clivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 24 april 1882

clvTubantia 13 mei 1882

clviProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 18 augustus 1882

clviiTubantia 8 april 1882

clviiiTubantia 22 maart 1882

clixTubanta 1 april 1882

clxHet nieuws van den dag 19 juni 1882

clxiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 9 april 1883

clxiiTubantia 1 september 1883

clxiiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 10 december 1883

clxivTubantia 9 januari 1884

clxvTubantia 23 januari 1884

clxviProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 maart 1884

clxviiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 maart 1884

clxviiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 maart 1884

clxixTubantia 1 maart 1884

clxxTubantia 1 maart 1884

clxxiTubantia 3 mei 1884

clxxiiTubantia 17 september 1884

clxxiiiTubantia 29 november 1884

clxxivTubantia 19 juli 1884

clxxvTubantia 20 december 1884

clxxviTubantia 17 januari 1885

clxxviiTubantia 4 februari 1885

clxxviiiTubantia 21 februari 1885

clxxixTubantia 13 mei 1885

clxxxTubantia 16 mei 1885

clxxxiLeeuwarder Courant 29 juni 1885

clxxxiiTubantia 30 mei 1885

clxxxiiiTubantia 10 juni 1885

clxxxivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 juli 1885

clxxxvProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 juli 1885

clxxxviTubantia 29 april 1885

clxxxviiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 20 juli 1885

clxxxviiiTubantia 25 juli 1885

clxxxixTubantia 25 juli 1885

cxcTubantia 25 juli 1885

cxciTubantia 21 november 1885

cxciiTubantia 17 februari 1886

cxciiiTubantia 13 februari 1886

cxcivProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 19 april 1886

cxcviTubantia 6 februari 1886

cxcviiHet nieuws van den dag 29 april 1886

cxcviiiTubantia 29 mei 1886

cxcixTubantia 7 juli 1886

ccHet nieuws van den dag 12 mei 1886

cciHet nieuws van den dag 12 mei 1886

cciiHet nieuws van den dag 12 mei 1886

cciiiTubantia 21 augustus 1886

ccivTubantia 20 oktober 1886

ccvTubantia 27 oktober 1886

ccviTubantia 27 november 1886

ccviiTubantia 1 januari 1887

ccviiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 8 januari 1887

ccixTubantia 12 maart 1887

ccxHet nieuws van den dag 25 april 1887

ccxiHet nieuws van den dag 25 april 1887

ccxiiHet nieuws van den dag 25 april 1887

ccxiiiHet nieuws van den dag 25 april 1887

ccxivTubantia 2 april 1887

ccxvTubantia 16 april 1887

ccxviTubantia 16 april 1887

ccxviiTubantia 16 april 1887

ccxviiiTubantia 11 juni 1887

ccxixTubantia 18 juni 1887

ccxxTubantia 2 juli 1887

ccxxiTubantia 16 juli 1887

ccxxiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 25 juli 1887

ccxxiiiTubantia 27 juli 1887

ccxxivTubantia 3 september 1887

ccxxvTubantia 5 oktober 1887

ccxxviTubantia 5 oktober 1887

ccxxviiTubantia 17 december 1887

ccxxviiiProvinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 10 december 1887

ccxxix Tubantia 28 januari 1888

ccxxxTubantia 4 februari 1888

ccxxxiiTubantia 11 februari 1888

ccxxxiiiTubantia 11 juli 1888

ccxxxivTubantia 5 december 1888

ccxxxvTubantia 22 december 1888

ccxxxviTubantia 12 januari 1889

6 reacties op “‘Wie was de Moll?’; ode aan architect Jacobus Moll (1844-1914)

  1. Mooi stuk werk! Nooit gedacht dat de architect Jacobus Moll zo een omvangrijk oeuvre had. In 2010 heb ik het boek L.A.Moll’s ATIM uitgegeven dat handelt over de oudste zoon van Jacobus. In dat kader was ik o.a. ook geïnteresseerd in de reden waarom Jacobus Moll in 1889 zo radicaal brak met Hengelo en naar Nijmegen vertrok. Als je me je email adres stuurt kunnen we daarover van gedachten wisselen. Ook mis ik in je artikel een foto van Jacobus. Er bestaan minstens twee foto’s van hem: een van rond 1870 en een van rond 1910. Overigens vertrok Jacobus op 28 april 1913 na zijn pensioenering in niet naar Zeist maar naar Amsterdam. Wel is hij in Zeist overleden.
    Anton Janssen

    • Beste Anton Janssen,
      hartelijk dank voor uw reactie. Leuk om te horen dat u een boek heeft uitgebracht over L.A. Moll’s ATIM; daar ben ik zeker in geïnteresseerd! (veel Twentse familieleden waren bij Moll vaste klant) Graag kom ik met u in contact en ben ik ook nieuwsgierig naar de redenen van vertrek uit Twente en diens vestiging in Amsterdam.. Daarnaast zou ik uiteraard heel graag een foto van Jacobus Moll willen toevoegen aan het artikeltje… Ik stuur u een email.
      met vriendelijke groet,
      Derk Jordaan

    • Hoi Anton Jansen
      Ik ben erg benieuwd of ik nog ergens aan boek kan komen?
      Want Lambertus Antonius Moll de Garagehouder was de schoonvader van mijn oudtante.. zijn zoon die ook Lambertus Antonius Moll heet werd ook weleens Tomas genoemd was de zwager van mijn oma.

      Gr. Desiree van Beek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*